|
Les 1. Ni kani baani?
|
|
Inhoud
-
Intro
-
Woordenlijsten
-
Begroetingen
-
Grammatica
-
Oefeningen
|
|
1.A. Intro
Foyan
|
|
Musa: Fofo.
Hama: Ngoyya.
Musa: Ni kani baani?
Hama: Baani samay. Ni kani ka baan, dey?
Musa: Baani samay.
|
|
Luisteren en oefen |
|
|
1.B. Woordenlijsten
- Werkwoorden
- Zelfstandige naamwoorden
- Bijwoorden
Leer de onderstaande woorden uit het hoofd.
Extra
Ga met muis naar een onderstreept woord en u ziet een zin waarin het woord gebruikt wordt.
Klik nu op de linker muisknop en u ziet een foto in een pop-up.
Als u met de muis op de foto gaat staan, ziet u de vertaling van de zin.
|
|
1.B.1 Werkwoorden
Zarma |
Nederlands |
Uitspraak |
neera |
verkopen |
ne/ ra |
kani |
gaan liggen, uitrusten, naar bed gaan |
ka/ ni |
kaŋ |
vallen |
kaŋ |
zuru
|
(weg) rennen |
zu/ ru |
koy |
gaan |
koy |
day |
kopen |
day |
Terug
|
|
1.B.2 Zelfstandige naamwoorden
Zarma |
Nederlands |
Uitspraak |
bari, bariyo
|
paard |
bà/ ri, bàri/ yo |
farkay, farka
|
ezel |
farkay |
hansi, hanso
|
hond |
hân/ si |
fu, fuwo
|
huis, thuis |
fu, fu/ wo |
yo, ywa
|
kameel, dromedaris |
yo, ywa |
musu, muso
|
kat (soms leeuw) |
mû/ su |
haw, hawo
|
koe ("rund", soort, niet geslacht) |
hàw |
wayboro, waybora
|
vrouw, vrouwelijk (geslacht) |
way/ bo/ ro |
wande, wando |
echtgenote |
wan/ de |
kwaara
|
dorp, stad, kraal (enkele huizen) |
kwa/ ra |
zanka
|
kind, jongere (grootte en leeftijd, niet nakomeling) |
zan/ ka |
Terug
|
|
1.B.3 Bijwoorden
Zarma |
Nederlands |
Uitspraak |
afo, afa |
één |
a/ fo |
Terug
|
|
1.C. Begroetingen (foyan)
De begroeting is een belangrijk aspect van de taal in West Afrika dus ook van het Djerma.
Extra aandacht voor dit aspect is daarom niet meer dan logisch. Zoals in elke taal zijn sommige begroetingen afhankelijk van het tijdstip van de dag en andere niet. Daarnaast is de context, de omstandigheden waaronder de ontmoeting plaatsvindt, van belang.
Bij het onderdeel begroetingen worden grammaticale vormen gebruikt, die nog niet in de grammatica van deze les behandeld worden. Laat u
zich hierdoor echter niet afschrikken.
We beginnen met de begroeting die het meest gebruikt worden.
Op elk moment:
Persoon A: Fofo (Hallo, betekent ook: bedankt)
Persoon B: Ngoyya: (Eveneens gegroet)
In het algemeen geldt: antwoord met ngoyya
op elke begroeting die fo of fonda bevat.
Ngoyya kan ook worden opgevat als: 'insgelijks,
van hetzelfde', maar het wordt alleen gebruikt bij het beantwoorden van een begroeting.
's Ochtends (alleen individuele personen):
Persoon A: Ni kani baani?
Persoon B: Baani
samay. Ni kani ka baan, dey?
Persoon A: Baani
samay.
Vertaling
Persoon A: Heb je goed geslapen?
Persoon B: Prima. Heb jij goed geslapen?
Persoon A: Prima.
Behalve
Ni kani baani zegt men ook Mate ni kani?, wat betekent 'Hoe heb je geslapen?'.
Ni gebruikt men zowel voor 'jij' als voor 'u' (zie 1.D.1).
Baani
samay betekent letterlijk vertaald 'in
goede gezondheid' en gebruikt men als een
standaard antwoord, zoals wij reageren met
'prima'. Men kan een reactie kracht bij
zetten door het woord walla toe te
voegen: Baani
samay, walla. (werkelijk prima).
Namiddag (alleen individuele personen):
Persoon A: Ni foy baani?
Persoon B: Baani
samay. Ni foy ka baan, dey?
Persoon A: Baani
samay.
Vertaling
Persoon A: Heb je een goede dag gehad?
Persoon B: Prima. Heb jij een goede dag gehad?
Persoon A: Prima.
|
|
1.D. Grammatica
Inleiding
Het is belangrijk u te realiseren dat de grammatica van het Djerma soms afwijkt van de Nederlandse of van die van de andere westerse talen zoals Frans, Duits of Engels. Helaas geldt, net als bij deze talen, dat uitzonderingen op de regels minstens zo talrijk zijn als de regels zelf.
In sommige gevallen kunnen er geen regels ontdekt worden. In degelijke gevallen zit er niets anders op dan het een en ander uit het hoofd leren.
Onderwerpen in deze les:
- Het persoonlijk voornaamwoord
- Het bepaald lidwoord
- Het bepaald meervoud van zelfstandige naamwoorden
- Het onbepaald lidwoord
- De voltooide vorm van het werkwoord (verleden tijd)
- Eenvoudige vragen
|
|
1.D.1. Het persoonlijk voornaamwoord
De
persoonlijke voornaamwoorden zijn in alle gevallen onveranderlijk; dat wil zeggen onafhankelijk of
het persoonlijke voornaamwoord in de zin de
functie heeft van het
onderwerp, het
meewerkend
voorwerp of het
lijdend voorwerp, of dat
het als
bezittelijk voornaamwoord
wordt gebruikt.
Enkelvoud
Djerma |
Nederlands |
ay |
ik, mij, me, mijn |
ni |
jij, je, jou, jouw, gij, ge, u, uw |
a (+ nga) |
hij, zij, het; zijn, haar |
Meervoud
Djerma |
Nederlands |
iri |
wij, we, ons |
araŋ |
jullie |
i (+ ngey, ey) |
zij, hun, hen |
U leert later meer over het gebruik van de lange vormen van
'a' en 'i' (ngey, ey, nga), onder andere in de lessen 3.D.4 en 4.D.1. De begin
'n' van deze twee woorden wordt uitgesproken als
'in' in het woord 'slinger'.
|
|
1.D.2. Het bepaald lidwoord
Het Djerma kent geen
lidwoorden. Het idee van het bepaald lidwoord (het, de) wordt uitgedrukt door het gebruik van de klinkers "a" of "o" aan het eind van het enkelvoudig
zelfstandig naamwoord. Als algemene regel geldt dat:
- Zelfstandige naamwoorden eindigend op een
'a' veranderen niet als ze als bepaald worden gebruikt. Bij de uitspraak van het woord wordt het bepaald zijn ervan aangegeven door de
'a' op het eind van het woord te accentueren.
- Zelfstandige naamwoorden eindigend op een
'o' krijgen of een 'a' er bij of de 'o' verandert in een
'a'.
- Zelfstandige naamwoorden eindigend op een
'e', 'i', 'u' krijgen er een 'o' bij of de klinker verandert in een
'o'.
Voorbeelden
Djerma
onbepaald |
Djerma
bepaald |
Nederlands
onbepaald |
Nederlands
bepaald |
bari |
bariyo |
een paard |
het paard |
fu |
fuwo |
een huis |
het huis |
hansi |
hanso |
een hond |
de hond |
wande |
wando |
een echtgenote |
de echtgenote |
wayboro |
waybora |
een vrouw |
de vrouw |
yo |
ywa |
een dromedaris |
de dromedaris |
zanka |
zanka |
een kind |
het kind |
Er lijken geen regels te bestaan over het toevoegen of veranderen van een klinker bij het bepaald maken van het zelfstandig naamwoord. Daarom worden in de woordenlijsten van de lessen voor alle
zelfstandige naamwoorden zowel de onbepaalde als de bepaalde vorm weergegeven. U dient ze gewoon te leren, zoals u dit doet bij het leren van het geslacht van de zelfstandige naamwoorden in het Frans.
|
|
1.D.3. Het bepaald meervoud van zelfstandige naamwoorden
Het bepaald meervoud van een
zelfstandig naamwoord
kan eenvoudig worden gemaakt door de laatste
klinker van het zelfstandig naamwoord in het
bepaald enkelvoud te vervangen door ey.
De uitgang ey is dus de uitgang van het zelfstandig naamwoord in het bepaald meervoud.
Voorbeelden
. |
Djerma |
. |
. |
Nederlands |
. |
onbepaald enkelvoud |
bepaald enkelvoud |
bepaald meervoud |
onbepaald enkelvoud |
bepaald enkelvoud |
bepaald meervoud |
fu |
fuwo |
fuwey |
een huis |
het huis |
de huizen |
haw |
hawo |
hawey |
een koe |
de koe |
de koeien |
zanka |
zanka |
zankey |
een kind |
het kind |
de kinderen |
hansi |
hanso |
hansey |
een hond |
de hond |
de honden |
bari |
bariyo |
bariyey |
een paard |
het paard |
de paarden |
|
|
1.D.4. Het onbepaald lidwoord
Formeel gesproken bestaat het onbepaald
lidwoord 'een', zoals we dat in het Nederlands kennen, niet in het Djerma. Bij vertaling van het Djerma naar het Nederlands zullen we dit onbepaald lidwoord vaak moeten toevoegen, terwijl er in het Djerma niets staat.
Indien er een noodzaak is om iets te specificeren of om het aantal weer te geven, dan wordt het
bijvoeglijk naamwoord
fo (één) achter het
zelfstandig naamwoord gezet.
Een manier op uit te vinden of u wel of niet
fo moet toevoegen, is uzelf de vraag te stellen of je 'een' in het Nederlands kunt vervangen. Indien je 'een' kunt vervangen door 'een bepaald' of 'één enkel' of 'één' dan moet
fo worden toegevoegd. Indien dit niet het geval is, dan moet
fo niet gebruikt worden na het zelfstandig naamwoord.
Voorbeelden
Djerma |
Nederlands |
musu fo |
een (bepaalde) kat, één kat |
bari fo |
een (bepaald) paard, één paard |
kwaara fo |
een (bepaald) dorp, één dorp |
|
|
1.D.5. De voltooide vorm van het werkwoord (verleden tijd)
Zoals in de inleiding is gemeld en we nu herhalen: verwacht niet dat de grammaticale ideeën van het Djerma op alle punten overeenkomen met die van het Nederlands. Ons idee van
werkwoordtijden en de wijze waarop hier in het Djerma tegen aangekeken wordt, zijn duidelijk verschillend. In de
aantonende wijs kan een Djerma werkwoord slecht twee dingen laten zien, namelijk of een actie voltooid is of niet.
Een niet-voltooide actie kan iets zijn dat gebeurd is, dat nu gebeurt, dat regelmatig gebeurt, dat op het punt staat te gebeuren of dat zal gebeuren. Het feitelijk idee van de tijd zal regelmatig eerder
kunnen worden afgeleid uit de context dan uit de werkwoordsvorm, hoewel als er een
partikel (hulpwoord bij het werkwoord) in de zin voorkomt kan dit een aanwijzing geven van de tijd.
Een Djerma werkwoord zonder
partikel is in de verleden (of voltooide) tijd (of toestand van 'zijn'). Er zijn geen vervoegingen, het werkwoord zelf verandert nooit, of het nu gaat om de
persoonsvorm of het aantal of de tijd.
Voorbeelden
Djerma |
Nederlands |
ay neera |
ik verkocht |
ni
neera |
jij, u verkocht |
zanka
neera |
het kind verkocht |
iri day |
wij kochten |
a kani |
hij (zij, het) ging liggen (ging naar bed) |
|
|
1.D.6. Eenvoudige vragen
Er zijn twee manieren om een eenvoudige vraag te stellen:
- Door het toevoegen van "wala" aan het eind van de zin.
De Nederlandse vertaling in de "verleden tijd" begint in dat geval met de
persoonsvorm: "Persoonsvorm +
onderwerp + ....?"
Deze toevoeging wala is ongeveer vergelijkbaar met het Franse "n'est-ce pas?"
Voorbeelden
Djerma |
Nederlands |
Araŋ kani, wala? |
Gingen jullie naar bed? (gingen ... liggen?) |
I zuru, wala? |
Renden zij weg? |
A kaŋ, wala? |
Viel het (hij, zij)? |
- Men kan de vraag ook stellen door de toon van de stem te verhogen, zoals we dit ook in het Nederlands doen.
Voorbeelden
Djerma |
Nederlands |
Araŋ kani? |
Jullie gingen naar bed? (.... gingen liggen?) |
I zuru? |
Zij renden weg? |
A kaŋ? |
Het (hij, zij) viel? |
|
|
Laatst herzien:
dinsdag 14 februari 2012
|
|
|