10.E. Oefeningen

U wordt geadviseerd om de oefeningen uit te printen en de tabellen in te vullen.  De oefeningen zijn opgenomen als aparte bladzijde, het overige deel van de les wordt dus niet uitgeprint.
Uw antwoorden kunt u controleren met behulp van het antwoordenboek.

  • Oefening 1   Vertaal naar het Nederlands
  • Oefening 2   Vertaal naar het Nederlands: aanvoegende wijs
  • Oefening 3   Vertaal naar het Nederlands: voorwaardelijke zinnen
  • Oefening 4   Vertaal naar het Djerma
  • Oefening 5   Vertaal naar het Djerma: conversatie
  • Oefening 6   Vertaal naar het Djerma: benadrukken persoonlijk voornaamwoord

Oefening Vertaal naar het Nederlands
Djerma Nederlands
Ay ci a se a ma haamo hina sohon, zama ay ga ba ay ma ŋwa.  
I ga mowa hina kusu bero ra, zama a si ban kusu kayna ra.
(ban = eindigen; passen)
 
Zanka fo ga kande hari, zama fobu wone sinda hari hanno.  
Boro bobo ga kaa ay kwaara, zama i ma ŋwa.  
Ifo n'ay ga te da ŋwari si no?  

Terug


OefeningVertaal naar het Nederlands: aanvoegende wijs
Djerma Nederlands
Da ni koy fu hunkuna, tilas ni ma koy ce ga, zama ay mota si no.  
Ifo se ni mana yadda ay ma koy?  
A mana hima ni ma ci a se wodin.  
Ni mana hima ka ci a se wodin.  
Haggoy tassa wo ma si kaŋ.  
Ay muso ga kani ay daro jerga cin kulu.  
Iri ga fu meyo fiti hala a ma fatta.  
Hano fo a kaaru tablo boŋ; ay n'a kar mo.  
Ay ci a se a ma si te yadin koyne.  
Boro fo n'ay  nooru zey bi cin.  
May no k'a te?  
Ay si bay.  
Ay ga ba ay ma du hansi zama a m'ay fuwo batu cino ra.  

Terug


 
OefeningVertaal naar het Nederlands: voorwaardelijke zinnen
Djerma Nederlands
Irikoy g'iri zunubey kulu yafa nda iri n'a ηwaaray Yesu Almasihu do.  
Nd'ay bay gondi go no, doŋ ay si kaaru tuuri nyaŋo ra.
(tuuri nyaŋo = fruitboom)
 
Amma a mana ay nama, ay g'iri Irikoy sabu.  
Irikoy go no g'iri haggoy han kulu.  
Susubo ay koy Karma zama ay m'ay kayne fo.  
Amma nd'ay na tira wo caw, doŋ ay ga koy bi wala bi fo.  

Terug


 
OefeningVertaal naar het Djerma
Nederlands Djerma
Waar is Musa?  
Ik weet het niet.  
Ik heb hem sinds vanochtend gezocht, maar ik heb hem nergens gezien.
(nankulu = overal; bij ontkenning: nergens)
 
Dit brood heeft geen zout, het smaakt niet..  
Ik eet elke dag brood, maar Zarma's eten zelfs niet veel brood.  
U zou een kleine ui moeten toevoegen aan het vlees.  
Ik wil nu eten, omdat zij het eten hebben gekookt.  
Wat voor soort vlees is dit?
(Wat vlees welk soort is dit?)
 
Ik weet het niet, ik was het niet die het heeft gekocht.  
[Voor] hoeveel hebben zij het gekocht?  
Ik weet het niet, maar zij zouden het niet [voor] veel geld gekocht moeten hebben.  
Het is helemaal niet smakelijk.  

*1 de woorden tussen [ ] worden niet vertaald.

Terug


 
OefeningVertaal naar het Djerma: conversatie
Nederlands Djerma
Wanneer kom je naar me toe?  
Deze middag, als God het wil.  
Brengt u mij een pan?  
Ik wil [dat] u ook de waterkruik brengt, als u akkoord gaat?  
Wie komt er met jou?  
Mijn kleine broer; hij wil lezen.  
Heb je hem verteld zijn boek mee te brengen?  
Ja. Ik heb het hem verteld, maar hij zei [dat] het kwijt is.  
O.K., vertel hem hij zou het moeten zoeken.  
We zijn gisteren geweest, maar je was niet thuis.  
Blijf je vandaag thuis?  
Ja. Toen je gisteren kwam waren we de stad in gegaan.  
We brachten een bezoek aan Hayssa's.  
We wilden naar die stad daarginds gaan, en we smeekten mijnheer ons mee te nemen, maar hij ging niet akkoord.  

*1 de woorden tussen [ ] worden niet vertaald.

Terug


 
OefeningVertaal naar het Djerma:
benadrukken persoonlijk voornaamwoord
Nederlands Djerma
Hij kocht een groot bed; jij bracht het thuis.  
Wij en de kinderen renden, het was hij die viel.  
Kwamen zij ?  
Twee mannen en één vrouw kwamen, zij groette jou.  
Hij zag het, maar ik niet.  

*1 de onderstreepte woorden moeten benadrukt worden.

Terug

 



Laatst herzien: 11 maart 2012