7.E. Oefeningen

U wordt geadviseerd om de oefeningen uit te printen en de tabellen in te vullen. De oefeningen zijn opgenomen als aparte bladzijde, het overige deel van de les wordt dus niet uitgeprint.
Uw antwoorden kunt u controleren met behulp van het antwoordenboek.

  • Oefening 1 Vertaal naar het Nederlands: aanwijzend
  • Oefening 2 Vertaal naar het Nederlands: onovergankelijke werkwoorden
  • Oefening 3 Vertaal naar het Nederlands: overgankelijke werkwoorden
  • Oefening 4 Vertaal naar het Djerma: betrekkelijk & aanwijzend
  • Oefening 5 Vertaal naar het Djerma: "zal gaan"
  • Oefening 6 Vertaal naar het Djerma: "jij en ik"


Oefening 1 Vertaal naar het Nederlands: aanwijzend
Djerma Nederlands
Kalam wohendi ga ku no, amma wone ga dunguriyo.  

 

Nda ni na fonda wohendi gana, ni ga koy ganjo ra.  

 

Boro way cindi ahakodin kan go no ga kaa yongo, Yantala borey no.

 

 

Laabu koy fo na tira wo hantum iri se.  

 

Irikoy sabuyan ga bori; wodin n'A ga ba han kulu.  

 

Bor'o faro ga kayna; a go no g'afo ceci kan ga beri.  

 

Ay kayna na iri ce za a go yongo, isa me ga.  

 

Ni gonda kalam wala hay fo kan ga goy wo te, wala?  

 

Terug



Oefening 2 Vertaal naar het Nederlands: onovergankelijke werkwoorden
Djerma Nederlands
Ay baba koy Niamey.

 
A kalamo ga bori.

 
Iri baba kani.

 
A jirbi cino ra.

 
I ga koy ganjo ra wiciri.

 
Ay bere no.

 
Iri do, cawyan fu kayna go no.

 
Bi fo a kaa iri do.

 
Ay kayna koy isa.

 
Nd'ay koy ay bere do koyne, ay ga zumbu a ga jirbi ahaku wala jirbi way.  

 

Terug



Oefening 3 Vertaal naar het Nederlands: overgankelijke werkwoorden
Djerma Nederlands
Iri arme di ni fuwo.

 
A di haw fo mo.

 
A n'a day; a kond'a fu.

 
A kaa iri do; a kande hay fo kan a du nga kwaara.  

 

Nyaŋo go ga goy fo te kan izo ga wan'a.  

 

Kayno ga kand'i se hari kan ga haŋ.

 
Ni ga wani Zarma cawyan, wala?

 

Terug



Oefening 4 Vertaal naar het Djerma: betrekkelijk & aanwijzend
Nederlands Djerma
Mijn vader bracht dit boek.

 
Wij zullen morgenochtend naar dat huis gaan.  

 

Deze man zag gisteren tien leeuwen.  

 

Deze persoon zijn hond doodde gisteren in de wildernis twee vogels  

 

Die leeuw, die je gisteren zag, we hoorden zijn gebrul (stem).  

 

We zagen deze persoon; hij kwam uit dit huis.  

 

De man die deze brief schreef is ginds.  

 

Jij hebt deze boeken geteld, je verkocht er drie.  

 

Deze huisdeur is open ( ... het is open).  

 

Toen zijn oudere broer gisteren uit de wildernis kwam, kocht hij de gierst die ginds is.  

 

Zij hebben vijftien brieven geschreven, maar deze drie blijven hier, omdat het schrift te klein is.  

 

De godsdienstleraar die in ons dorp is, hij is een Karma (Karma persoon).  

 

Terug



Oefening 5 Vertaal naar het Djerma: "zal gaan"
Nederlands Djerma
Mijn zus zal het huis ingaan.

 
De vader zal naar huis gaan.

 
Zijn oudere broer zal naar de stad gaan.  

 

Hun moeder zal naar de markt gaan.  

 

Jouw jongere zus zal naar Abdou ('s plaats) gaan.  

 

Zestien kinderen zullen in de auto gaan.  

 

Terug



Oefening 6 Vertaal naar het Djerma: "jij en ik"
Nederlands Djerma
Jij krijgt mijn brief.

 
Jij zag mijn pen.

 
Jij hoorde mijn broer*1.

 
Jij wilt mijn drinkwater.

 

Terug



Laatst herzien: woensdag 18 januari 2012