De Marcanda

door Sandra Bornand

Oorspronkelijk verschenen in het Frans in
Ethnographiques.org (no.7) in april 2005
vertaald door Dico Fraters

Samenvatting

In de Djerma regio van Niger organiseert de vrouw, van wie de polygame echtgenoot met een nieuwe echtgenote trouwt, een ceremonie waarin zij de getrouwde vrouwen van het dorp verzoekt om met haar de dag door te brengen. Bij het vallen van de avond, voor de komst van het echtpaar, vormen alle vrouwen een halve cirkel en de als eerst getrouwde vrouwen beledigen de vrouwen die als tweede of derde vrouw getrouwd zijn en vice-versa. Als onderdeel van een lopend onderzoek, vormt dit artikel een eerste fase in de beschrijving van de ceremonie in haar geheel. Het biedt een etno-linguïstische en pragmatische analyse van het eerste deel van de beledigingen waarmee de ceremonie begint en dat aantoont dat het een ceremonie of ritueel is dat is samengesteld uit fictieve beledigingen waarvan het doel is de conflicten in een sociaal aanvaardbare vorm te kanaliseren. De omstandigheden tijdens de ceremonie (de context) en de vorm van de beledigingen, vaak van buiten geleerd, creëren immers « een symbolische afstand [ die ] het mogelijk maakt om de mogelijke gevolgen van de wederzijdse beledigingen te isoleren » (Labov 1978: 288).

 


 
Inhoud

 

Samenvatting

Inleiding

De beschrijving van de Marcanda

De omstandigheden tijdens het uiten van de rituele beledigingen

De analyse van de beledigingen

De inhoud van de beledigingen

De verdeling van het woord

Vorm van de beledigingen (in voorbereiding)

De functies van de beledigingen

De Marcanda vanuit lokaal (emic) gezichtspunt

Conclusie

Opmerkingen

Referenties

 


 
Inleiding

De « Marcanda » is een ceremonie die een vrouw met het geld van haar echtgenoot organiseert, wanneer laatstgenoemde een bijvrouw neemt. Zij vindt plaats telkens als een nieuwe vrouw in het huishouden wordt opgenomen en is bestemd voor de vrouw die een voorrecht verliest (de eerste, wanneer de man een tweede vrouw trouwt, laatstgenoemde wanneer hij een derde trouwt, enz). Tijdens deze ceremonie, verzoekt zij de getrouwde vrouwen van het dorp om de dag met haar door te brengen en, bij het vallen van de avond, voor de komst van het zojuist getrouwde stel, vormen de vrouwen een halve cirkel en degene die als eerste vrouw getrouwd zijn, beledigen de vrouwen die als tweede of derde vrouw getrouwd zijn. Degene die spreekt gaat naar het midden van de cirkel, terwijl de anderen in hun handen klappen. De enscenering is dus grondig voorbereid en beklemtoont het twistgesprekkarakter van deze liederen. Na de afsluitende beledigingen zingen de vrouwen samen, vervolgens adviseren zij hun gastvrouw, opdat zij haar nieuwe situatie aanvaardt. In tegenstelling tot de ceremonie die de echtgenoot organiseert en waar de verhalenvertellers hem roemen, zijn familie, zijn vrienden en meer in het algemeen de sociale harmonie, is de Marcanda dus de gelegenheid voor de vrouwen om de problemen te uiten die samenhangen met het polygame huwelijk. Deze (latente) conflictsituatie wordt geuit via beledigingen, die het merendeel vormen van het redenerende deel van de Marcanda.Echter de beledigingen breken met “de gesprekswelvoeglijkheid” die wordt gedicteerd door de Djerma samenleving: de emoties worden niet meer ingehouden, maar openlijk getoond, en de woorden zijn overvloedig en soms zeer rechtstreeks.

Terug


 
De beschrijving van de Marcanda


Het publiek bij de Marcanda bestaat alleen uit getrouwde vrouwen en wordt gekenmerkt door de afwezigheid van de echtgenoot en zijn nieuwe echtgenote en de zwijgzaamheid van de vrouw van wie de echtgenoot opnieuw trouwt. De echtgenoot zelf brengt de dag door bij een vriend, terwijl zijn nieuwe echtgenote zich nog bij haar ouders bevindt waar een andere ceremonie plaatsvindt, die eveneens is gebaseerd op gezangen  (1). Dit publiek, alleen vrouwelijk, geeft de vrouwen de mogelijkheid om hun terughoudendheid op te geven die hen parten speelt in de aanwezigheid van de mannen. Want marcanda schijnt op talrijke punten in te gaan tegen de welvoeglijkheidregels van de Djerma gemeenschap.

Het redenerende deel van de Marcanda vindt altijd op identieke wijze plaats. De vrouwen dagen elkaar uit door elkaar beledigingen toe te roepen. Het scheppen van afstand tussen de drie voornaamste hoofdpersonen van het huwelijk tijdens het twistgesprek creëert een dramatisch effect: de gasten spreken zich uit in plaats van de betrokken vrouwen zelf, waarbij zij hun eigen leven als (bij)vrouw opnieuw spelen. De individuele driften van de betrokken vrouwen worden dus in scène gezet en geïnterpreteerd door andere vrouwen die het polygame huwelijk ervaren.

In bepaalde gevallen gebeurt het dat bijvrouwen uit eenzelfde huisgezin elkaar beledigen. Niettemin, het kader handhaaft het dramatisch effect: ja, zij mogen elkaar kritiseren, maar zij hebben niet het recht om elkaar bij de naam te noemen. Zij kunnen dus van een individuele kritiek een algemene kritiek maken, vooral door het gebruik van metaforen en weglaten van een naam: enkel de groep wordt aangewezen door het oproepen van de status van de spreeksters in hun huisgezin. Het twistgesprek kan echter uit de hand lopen, als de formulering te rechtstreeks is. Het is op deze manier dat de onenigheden plaats hebben gevonden waarover enkele informanten me hebben verteld.

Daarna zingt een van de eerste vrouwen een lied waarin zij haar verdriet, door de komst van een bijvrouw in haar gezin, uitspreekt: « Ik heb het reeds gezegd dat ik bezeten ben en dat ik geen bijvrouw wil ». Zij sluit overigens haar lied af terwijl ze doet alsof ze huilt. De andere vrouwen herhalen het refrein in koor. Een lied dat de komst van de tweede echtgenote bij de eerste beschrijft, terwijl de laatstgenoemde zwanger is, sluit het redekundig deel af. Zodra de bruid is aangekomen, adviseren de deelneemsters beide bijvrouwen, opdat zij elkaar eerbiedigen en leven in harmonie.

Terug


 

De omstandigheden tijdens het uiten van de rituele beledigingen

De hier bestudeerde beledigingen werden geregistreerd  [geluidsuittreksel, mp3, 1,6 Mo ] op 19 februari 1999 in het Djerma dorp van Boko Tchilli (kanton van Kouré, Niger) [ zie het gehele transcriptie en de vertaling ]. De registratie heeft plaatsgevonden op het initiatief van de vrouw van het dorpshoofd. Gezien mijn belangstelling voor de mondelinge traditie (2)heeft zij me voorgesteld om een bijeenkomst te organiseren met beledigingen en liederen zoals die tijdens een marcanda worden geuit en gezongen. Ik heb door nieuwsgierigheid dit aanvaard, zonder te weten wat ik vervolgens zou doen.


Een eerste poging tot registratie heeft plaatsgevonden in de nacht van 18 februari 1999. Helaas, het audiodocument kon niet over gebracht worden op papier noch vertaald ten gevolge van de slechte geluidskwaliteit van de registratie. Aangezien het gerucht zich had verspreid dat een marcanda zou plaatsvinden in het hof van de oude vrouw, waren alle dorpelingen aanwezig met uitzondering van de getrouwde en de oude mannen (3). De kreten van de kinderen en de reacties van het publiek overstemde het debat. Bovendien kon ik microfoon niet van ene aan de andere vrouw doorgeven omdat ik ingeklemd zat tussen de menigte. Dus hebben wij de volgende dag opnieuw een zitting georganiseerd: deze keer vond zij plaats in besloten kring in een van de huizen van het dorpshoofd. Enkel de getrouwde vrouwen die aan marcanda deelnamen konden hier naar binnen. Dit keer was de registratie van goede kwaliteit.

Ik ben drie weken later teruggekomen in het dorp om de vrouwen te ondervragen over deze beledigingen, teneinde een beknopte ordening ervan te maken in verband met mijn proefschrift. Helaas heb ik op dat moment bepaalde vragen niet gesteld, die op dit moment essentieel zijn in verband met mijn nieuwe onderzoek. Het zou vooral noodzakelijk zijn geweest de familieband tussen de vrouwen aan te geven, en aldus zien of twee bijvrouwen uit een huisgezin elkaar tijdens marcanda hadden beledigd. Dit verzuim, dat voortkomt komt - herhalen - van de context waarin marcanda werd geregistreerd, verzwakt de pragmatische dimensie van mijn analyse. Een diepgaand onderzoek omvattend de verklaringen van de beledigingen door de spreeksters en hun beschrijving van wat die dag is gebeurd zal later de hier gepresenteerde resultaten aanvullen.

Terug


 
De analyse van de beledigingen

Wanneer men van een marcanda getuige is, wordt men getroffen door zowel de felheid van de woorden als de geest waarin zij worden geuit (4). Inderdaad, zelfs al is de inzet netelig – men ziet een bijvrouw nooit van harte komen – lijken de vrouwen ontspannen en lachen zelfs, en wanneer sommige deze ceremonie beschrijven, onderstrepen zij het plezier die zij verschaft. Deze beledigingen behoren dus wel degelijk tot het twistgesprek, waar het gevecht speels is, en waar het goede woord kracht en de stilte zwakte is.

Als de sociaal-culturele context – de polygamie – de aandacht vestigt op de conflictsituatie, dan toont de mededelende context aan dat het om een spel gaat. Enerzijds, worden zij die de situatie emotioneel doorleven uitgesloten van het twistgesprek (afwezigheid van de nieuwe echtgenote, stilte van de eerste). Anderzijds wanneer zij elkaar beledigen, amuseren de vrouwen zich en lachen soms. Ten slotte worden de beledigingen in een beeldrijke vorm (5) geuit en vaak bij anderen marcanda geleerd. Zoals Cécile Leguy (2001: 159), « in het spreekwoord, [... ] zegt, is de metafoor niet meer echt « een levende metafoor », en nochtans bij elk hergebruik wordt zij aangepast en actueel gemaakt ». Men zegt dan zonder te zeggen.

Terug


 
De inhoud van de beledigingen

Als de analyse van de vorm de aandacht vestigt op de vorming van « een symbolische afstand », toont de thematische analyse welke de aangeroerde thema's zijn en hoe de vrouwen tegelijkertijd hun pijn en hun woede uiten.

De eerste spreekster, die de vrouw vertegenwoordigt voor wie marcanda wordt georganiseerd, legt haar situatie uit door zich denigrerend over haar nieuwe mede-echtgenote uit te laten: « de vader van mijn zoon / heeft me het deel van de tand gebracht », dat wil zeggen « een vrouw die spot opwekt ». Zij ontwikkelt dan haar aanval door de domheid van haar mede-echtgenote aan te tonen: « zij kent het kwade / zij kent het goed niet / De nietsnut! » (v.3). Zij beëindigt haar belediging door met haar rivalen te spotten: « Hiye! hiye! Het deel van de tand / Hiye! hiye! De nietsnut » (v.3)  (6).

Een van de tweede vrouwen antwoordt haar door de kritiek van de eerste te ontkennen: « zijn de vrouwen met de grote hoofden gek? ». Deze vraag wordt gesteld volgend op hun vijandig gedrag ten opzichte van de tweede; wat, volgens haar, volkomen ongerechtvaardigd is, aangezien de eerste niet beter is dan de tweede: « Men heeft jou gebracht, men bracht het eveneens, [dat] is niet de moeite waarde om zich te roemen. » (v.5). Zij vestigt hier dus de aandacht op het conflictaspect van de polygamie en de kenmerken van beide hoofdpersonen. Men kan een dubbele hiërarchie onderscheiden, sociaal enerzijds en op het gevoel werkend anderzijds. Immers als de eerste vrouw gezag heeft over de tweede ten gevolge van haar leeftijd en haar langere verblijf in het huishouden, heeft haar rivaal het voordeel om de laatst aangekomene te zijn in het huishouden en om, dank zij haar jeugd, de lieveling te zijn van de echtgenoot


Tegenover de getoonde superioriteit van de eerste vrouwen, doet zij een tegenaanval door te wijzen op hun domheid en hun smerigheid: zij gedragen zich op wijze die afwijkt (zich op de po met kalebas van hun echtgenoot wassen) om, door de magie (op de adviezen van een zima (7))de gunsten van hun echtgenoot te verkrijgen: « dat alles om zijn hart te hebben » (v.9). Met deze aanval zegt zij impliciet dat de tweede vrouwen natuurlijk de lievelingen zijn. Een van de eerste vrouwen repliceert door de kritiek die op haar wordt geleverd te verwerpen: zij beschuldigt de tweede van pocherij. Voor haar, « klein zijn en een klein hoofd hebben betekenen dat men een pechvogel is » (v.12).

Terugkomend op het vorige argument, keert een van de tweede vrouwen de redenering om en op die manier het uitgangspunt: als de kleine echtgenote opschepperig is, dan “ is de kleine echtgenote niets waard ». Maar als de man haar vaak tijdens de nacht bezoekt (« Voeten hebben de dauw gevoeld », v.14) in dusdanig mate dat de eerste vrouwen jaloers erover zijn (« sommige hebben buikkramp gehad / anderen hebben niet kunnen slapen », vv.14), dan betekent dit dat de kleine echtgenote niet opschepperig is. Met dit tegenargument, kaatst zij de belediging terug naar diegene die het haar naar het hoofd heeft geslingerd: de opschepster is dat niet diegene die liegt?

Een van de tweede vrouwen haakt in op deze belediging door nogmaals te bewijzen dat zij de favorieten zijn van de echtgenoot:

De kleine echtgenote heeft het midden van het hoofd achter het bed.

Het huwelijk van de kleine echtgenote is kortstondig, voeten hebben de dauw gevoeld.

 

Deze perifrase (omschrijving) wordt aldus verklaard: traditioneel, alvorens definitief voor haar echtgenoot geleid te worden door haar (classificatorische) moeders en haar vriendinnen, laat de bruid zich het haar vlechten. Als gevolg van de intensiteit van het liefdesspel, zijn haar haarvlechten, die nep zijn, achter het bed gevallen, hetgeen de hartstocht toont van de echtgenoot voor zijn jonge echtgenote. Deze interpretatie wordt ondersteund door de herhaling van eerder ter sprake gebrachte perifrase: « voeten hebben de dauw gevoeld » (v.17). Profiterend van het voordeel dat zij hebben genomen op de eerste vrouwen, gaan de tweede vrouwen voort door de eersten als « koeiendrek » te kwalificeren (v.18), een kwalificatie die een van hen herformuleert in de versregel die volgt: « het is een grote hoop die niet goed is » (v.19).

Ten overstaan van het geweld van deze woorden, kan een van de eerste vrouwen slechts het eerder ontwikkelde thema van de opschepperij hervatten: « zeg niet dat het jouw hoofd is dat dat heeft gebracht » (v.21), maar zij wordt eveneens heftiger: de tweede vrouwen zijn niet meer opschepperig, maar leugenachtig: « Jij liegt, jij hebt dat niet gebracht » (v.20). Een van de tweede vrouwen herneemt de verantwoording op zich voor de vorige belediging door het te herformuleren: « de kleine echtgenote is de laatste » (v.22). Maar meteen daarna, creëert zij de verrassing door aan te tonen dat « Als de kleine echtgenote de laatste » is, de eerste echtgenotes nog slechter zijn: « De grote echtgenote is koeiendrek / Een grote hoop die niet goed is » (v.v.23-24). De spreekster construeert hier een onneembare tegenstelling tussen de kleine echtgenote en de grote, door enerzijds een kritiek te herformuleren die is gericht aan haar gelijken en anderzijds door, bijna woord voor woord, de kritiek te herhalen die aan de eerste vrouwen is gericht door een vorige spreekster (v.v.19-20).

Ten overstaan van deze zeer rechtstreekse en heftige belediging, reageert een van de eerste vrouwen eveneens heftig door haar rivalen voor nietsnutten uit te maken en de kinderen van haar mede-echtgenote aan te vallen, aangezien deze vaak de kern zijn van de conflicten tussen bijvrouwen :

Jij zegt dat het jouw hoofd is dat Nafi heeft gebracht.

Nafi heeft geen menselijk hoofd.

Zij heeft Gayka en Nafi gebracht.

Nafi heeft geen hoofd menselijk.

Wie heeft dat gebracht?

Het is jouw echtgenoot die je een nietsnut heeft gebracht

Het is jouw echtgenoot die je deze heeft gebracht  (vv.25-29)

Zoals het kind dat haar mede-echtgenote op de wereld heeft gezet « Nafi » (het verkleinwoord van Nafissa) geen menselijk hoofd heeft, heeft laatstgenoemde niets goeds in het huishouden gebracht. Een van de tweede vrouwen herneemt deze laatste kritiek door het te ontkrachten in drie stappen:

  1. « de kleine echtgenotes zijn niet nietsnutten » (v.30);
  2. « zij hebben Gayka zij hebben gebracht Nafi gebracht » (v.30);
  3. « De hut is twee lemen huizen geworden, de voorraadschuur heeft zich verviervoudigd » (v.30).

Zij hebben dus een nakomelingschap en de overvloed in de haardstede gebracht; wat hun waarde bewijst.

Uit deze presentatie kan men verschillende thema's halen: de waarde, de domheid, de waanzin en de smerigheid, de opschepperij, het uiterlijk, het onheil staand tegenover de overvloed. Meestal worden deze thema's door de eerste vrouwen geïntroduceerd. De tweede vrouwen verdedigen zich over het algemeen slechts:

  1. het zijn niet zij die gek zijn, maar hun rivalen;

  2. de opscheppers zijn de eersten die leugens vertellen;
  3. zij zijn niet zonder waarde, in tegenstelling tot hun rivalen die « koeiendrek » zijn.

Met deze laatste metafoor bieden de tweede vrouwen een stevige belediging aan door hun rivalen te vergelijken met uitwerpselen van dieren. In de vierde belediging, opteren zij voor een andere strategie: zij tonen aan dat zij geen onheil meedragen, maar de rijkdom in het huishouden brengen en bieden een nakomeling aan, aan hun echtgenoot. Met de naam van Gayka (naam die aan een meisje wordt gegeven, waarnaar men lang en tevergeefs heeft verlangd), beschuldigen zij impliciet de eerste vrouwen van steriliteit, een zeer belangrijk thema in de Djermaregio.

Terug


 
Verdeling van het woord

De verdeling van het woord is duidelijk bepaald. Een vrouw uit de groep van de eerste vrouwen opent de vijandelijkheden. Dit wordt verklaard door het feit dat zij de gekwetste vrouw vertegenwoordigt en dat zij een hogere rang in de familiehiërarchie bezit ten gevolge van haar leeftijd en haar langere verblijf in het huishouden. Overigens noemt men respectievelijk de eerst getrouwden (en de tweeden in een huishouden van vier vrouwen) « wande beeri » (letterlijk: grote echtgenote) en de laatst getrouwden (en de derden in de huishoudens van vier vrouwen) (9) « wande kayna » (kleine echtgenote) (8). Dit beeld is in de beledigingen zelf verwerkt, deze laatsten schelden de eersten uit als « vrouwen met de grote hoofden » en deze de tweeden als « vrouwen met de kleine hoofden ».

Van dat ogenblik af, volgen de beledigingen elkaar op. In totaal telt men er in dit eerste « lied » tien, min of meer afgewisseld: A-B-A-B-B-B-A-B-A-B. Het « lied » wordt door een vrouw uit de groep van de tweede vrouwen afgesloten. Maar deze sluiting is slechts tijdelijk, aangezien onmiddellijk een tweede « lied » begint, meestal met een formule (« alla kasambarce »), een soort refrein dat betekent « dat de God ons behoede ».

Terug


 
De vorm van de beledigingen

In voorbereiding.

Terug


 
De functies van de beledigingen

De inhoud van de beledigingen toont de spanningen en conflicten die in een polygame context bestaan. De uitlatingen zijn heftig, en drukken de woede uit van diegene aan wie men een bijvrouw oplegt. Maar in een samenleving waar de terughoudendheid, de zelfbeheersing en het gevoel van schaamte de overhand hebben, waar de collectieve belangen meer tellen dan de individuele waarden, lijken al deze woorden subversief, de vrouwen spreken uit dat wat de maatschappij afkeurt. De beledigingen van marcanda hebben dus een uitlaatklepfunctie; een functie die door een uitdrukkend kader wordt beperkt, dat zichtbaar wordt in de stijl en het ritme van de beledigingen. Aan het einde van dit twistgesprek grijpt de collectieve moraal opnieuw in via adviezen die door de getrouwde vrouwen worden gegeven aan diegene die een bijvrouw moet verwelkomen. De twistgesprekken staan aldus de vrouwen toe te rouwen om hun situatie (zij verliezen hun status van enige vrouw) door hun agressiviteit uit te spreken. Deze functie wordt duidelijk door de informanten aangegeven:

Jij weet dat om je man met een ander te moeten delen moeilijk te aanvaarden is. Dus om haar te ondersteunen op deze moeilijke momenten, organiseren haar kameraden een feest voor haar. Zij trekken de hele dag bij haar in en bereiden gerechten die zij proeven. Bij het vallen van de avond zingen zij en richten spreekwoorden tot elkaar (i ga care yaasay: zij / aspect / samen / in spreekwoorden spreken, via beeldrijke formuleringen), de eerste vrouwen richten zich tot de tweede en vice versa [... ] dat laat hen toe om de situatie minder dramatisch te maken. (Hawa Adama, Kayan)

De Marcanda, in zijn geheel, onderstreept de verschillende fasen van de rouw: aanvankelijk de woede (zie de beledigingen), de treurigheid (wanneer de vrouw haar pijn bezingt), de berusting (bij het lied dat de komst van bijvrouw beschrijft), vervolgens de inwilliging en misschien (zoals de adviezen het onderstrepen die daarna worden gegeven) de vrede en de overeenstemming. Bij elke fase hoort dan een verwerkingfase van de rouw. Aldus gaan bij de Marcanda de beledigingen over in de adviezen, de woede in de rationele en volwassen verhouding. De vrouwen uiten er hun gevoelens en hun frustratie, zonder echter eensgezindheid van de gemeenschap in gevaar te brengen. Een eensgezindheid die berust op superioriteit van de mannen boven de vrouwen en op het bestaan van de polygamie. Meer in het algemeen,

als de man, officieel, de controle heeft over het sociale leven, dan weet de vrouw goed, aangezien zij er de agens van is, dat op haar, in het geheim, de instandhouding van het sociale leven berust; neemt zij niet de hoofdrol voor haar rekening bij de doop en het huwelijk? Het onuitgesproken bewustzijn dat de vrouw heeft van deze wanverhouding tussen de schijn en de werkelijkheid, is voor haar een onafgebroken bron van distorsie; de man wikkelt ze af, gemakkelijk, door ze te ontkennen: “ De vrouw heeft slechts de woorden, men mag niet zijn tijd verliezen met te luisteren ». Van haar kant, de vrouw, voor wie er werkelijk slechts de woorden overblijven, wikkelt ze af door een onophoudelijke schepping van liederen en spreekwoorden die de metaforische antwoorden zijn op de problemen waarmee zij wordt geconfronteerd. De omstandigheden van deze schepping maken het noodzakelijk om de inhoud te verbergen door een taal uit te werken waarvan de betekenis zeer moeilijk is om te begrijpen. (Bisilliat & Bush-hammered 1992: 175).

Terug


 
De Marcanda vanuit lokaal (emic) gezichtspunt

Tegenover de verscheidenheid van de functies van de Marcanda, lopen de weergave vanuit lokaal gezichtpunt uiteen, zelfs wanneer het merendeel van de informanten het eens is met feit dat dit ritueel positief is. Deze eensgezindheid toont zich in de praktijk, aangezien de ceremonie wordt betaald door diegene die een nieuwe echtgenote de haardstede binnenhaalt.

Echter bepaalde informanten, alleen mannelijke, kritiseren de praktijk van Marcanda, door het beledigend en opruiend aspect naar voren te brengen:

Het is niet goed, want de echtgenotes profiteren ervan om elkaar te beledigen met spreekwoorden. Eens heb ik de vrouwen in een gevecht in slagorde gezien bij een marcanda. Twee bijvrouwen bestreden elkaar. Elke vrouw had zich aangesloten bij de partij van haar gelijken [de eersten bij de eersten, de tweeden bij de tweeden].  (Abdou Hamani, Hamdallaye)

Anderen onderstrepen de problemen in verband met dit ritueel, die - zeggen zij - de jaloezie opwekken en de goede verstandhouding in de familie afbreken:

Het is een zaak van Satan, want het is een gelegenheid om de jaloezieën op te wekken die een polygame man [juist] probeert te beheersen. En hij zal door marcanda des te dieper bedroeft worden, omdat zijn vrouwen er zeker aan zullen deelnemen en de gelegenheid niet zullen missen om elkaar te bestoken met dodelijke spreekwoorden; wat spanningen zal veroorzaken. (Hassane Hamidou, Kayan)

De vrouwelijke informanten, integendeel, vestigen de aandacht op de geruststellende functie van deze ceremonie voor de vrouw, van wie de echtgenoot trouwt. Door bijvrouwen voor te bereiden op het samen te leven, past de marcanda dus in de polygame context en speelt er een centrale rol in. Echter dit belang wordt nooit door de mannelijke informanten vermeld; hoogstens onderstrepen zij het afleidende aspect ervan.

Dit verschil in inzicht wordt verklaard door een verschil in dat wat men heeft meegemaakt. In tegenstelling tot de mannen voor wie de polygamie een keus is, ondergaan de vrouwen het. Wanneer Kadija Souley uit Hamdallaye spreekt over de Marcanda, onderstreept zij het lijden dat zo'n situatie veroorzaakt:

Jij weet, de eerste echtgenote kan het onherstelbare doen, als haar kameraden haar niet komen troosten en de komst belachelijk maken van haar nieuwe mede-echtgenote, die zij als een vijand beschouwt die haar leven zal verpesten.

De Marcanda helpt dus de vrouwen de verandering in hun huishouden te aanvaarden en het is als zodanig dat zij het definiëren, zelfs wanneer zij de feestelijke kant ervan niet ontkennen:

Wij geloven dat het een goed ding is en dat is nog meer waar aangezien alle vrouwen zich amuseren en vrolijk zijn, want het is eveneens een gelegenheid om te eten en om te drinken. (Aissa Abdou and Mariama Saley, Hamdallaye)

Terugkomend op de reacties van bepaalde mannen, onderstrepen deze twee (vrouwelijke) informanten de vrees die dit ritueel bij deze laatsten wekt:

Vrij fanatieke mannen willen dit feest verbieden onder het voorwendsel dat bij de Marcanda de vrouwen beledigende spreekwoorden zeggen. Deze mannen verbergen hun vrees om hun verschillende echtgenotes niet in vrede te kunnen laten samenwonen. Zo niet de echte mannen die in ruime mate bijdragen aan de voorziene uitgaven voor dit feest.

Dus, terwijl bepaalde mannen de gevolgen van uitingen tijdens de Marcanda op het gedrag, de gevoelens en de overtuiging van de luisteraars beschrijven om deze vervolgens te kritiseren, onderstrepen de vrouwen, door de moeilijkheden te vermelden die inherent zijn aan de polygamie, eerder de functies van deze ceremonie en tonen het belang ervan aan.

Terug


 
Conclusie

Maar kunnen de vrouwen alles zeggen bij een Marcanda, tegen iedereen en op welke manier dan ook? Ja, het blijkt dat twee bijvrouwen uit eenzelfde huishouden elkaar mogen beledigen, zij mogen echter zich niet direct tot hun rivaal richten. De indirecte wijze is dan toelaatbaar, door de vorm van de beledigingen maar ook door de afwezigheid van een specifieke aangesprokene: de rivale wordt benoemd als « eerste vrouw » of « tweede vrouw »  (15), maar geen enkele naam wordt werkelijk uitgesproken en, als de tweede persoon enkelvoud soms wordt gebruikt, heeft dat hier eerder functie van een « generieke jij », dat verwijst naar alle vrouwen van dezelfde groep. De conflictsituatie van de komst van een bijvrouw in een huishouden wordt dan tijdens de Marcanda in scène gezet door vertegenwoordigsters van de grote en de kleine vrouwen: deze spreken namens de twee belangrijkste betrokkenen die, beide, zwijgzaam blijven. De beledigingen die bij een marcanda worden geuit, hebben dus een uitlaatklepfunctie waarbij de rouw, die de vrouw heeft van wie de echtgenoot trouwt, voor rekening wordt genomen door de groep.

Terug


 
Opmerkingen


(1) De huwelijksliederen worden enerzijds door de vriendinnen van de bruid en anderzijds door de classificatorische moeders van laatstgenoemde gemaakt. Deze liederen vermelden haar vorig leven, de scheiding van haar familie en bereiden haar voor op haar nieuwe rol. [Terug naar tekst]


(2) In het kader van een onderzoek over een verhaal van de jasare (verteller van historische verhalen en verhalen over de afstamming en verwantschap van families) die over de voorvader van het dorp. [Terug naar tekst]


(3) Als, in hun uiteenzettingen, vrouwen en mannen de afwezigheid van deze laatsten tijdens een Marcanda onderstrepen, lijkt het er in werkelijkheid op dat alleen de getrouwde mannen en de oude mannen er in het geheel niet aan deelnemen. Het komt immers voor dat kinderen van beide geslachten alsook jonge mannen van de scène getuige zijn, uit nieuwsgierigheid, zoals het geval was bij een Marcanda die plaats vond in Tonkobangou (kanton van Liboré) in februari 2004. Eerder dan een strikt verbod, volgt de afwezigheid van de getrouwde mannen eerder uit de scheiding van de mannelijke en vrouwelijke werelden. [Terug naar tekst]


(4) Deze constatering is gebaseerd op zowel directe waarnemingen tijdens een « echte » ceremonie, als op getuigenissen van vrouwen en waarnemingen bij de bijeenkomst met liederen die voor de registratie was georganiseerd.  [Terug naar tekst]


(5) Het werkwoord en zelfstandig naamwoord yaasay, gebruikt door de informanten, wordt in het algemeen vertaald door « in spreekwoorden spreken » / « spreekwoord », maar betekent ook « in beelden spreken » / « beeld ». In de analyse heb ik de voorkeur gegeven aan de term « belediging », die door de term yaasay kan impliceren; ik leg dus, in mijn analyse, eerder de nadruk op de functie dan op de vorm. In de vertalingen, gebruik ik daarentegen graag de term « spreekwoord » teneinde onelegante omschrijvingen te vermijden. [Terug naar tekst]


(6) Ik kan momenteel deze metafoor niet verklaren. [Terug naar tekst]


(7) « Priester » van de regionale godsdiensten. [Terug naar tekst]


(8) Men vind een dergelijk verschijnsel terug in de aanduidingen voor de oudere en jongere. De oudere of grote broer noemt men « beere » (de grote) en de jongere « kayna » (de kleine). [Terug naar tekst]


(9) Wanneer een echtgenoot drie echtgenotes heeft, kan de tweede echtgenote haar « kamp » kiezen. [Terug naar tekst]


(10) De afwezigheid van mannen in dit kader vergemakkelijkt de uiting van de intimiteit. 


(11) Men gaat over van een rechtstreeks benadering naar een indirect benadering: de eerste vrouw is daar, en het is voor haar dat de Marcanda wordt georganiseerd, de tweede, daarentegen, is afwezig. Een afwezigheid die deze derde persoon enkelvoud lijkt uit te drukken. Een andere mogelijke interpretatie dat « ni » (jij) gebruikt door de spreekster een « generieke jij » is.


(12) « Hervatting, aan het begin van een syntactische eenheid, van het element dat aan het einde van de vorige eenheid wordt geplaatst. » (Bonhomme 1998: 45)


(13) « Herhaling van hetzelfde element aan het einde van verschillende syntactische eenheden  (Bonhomme 1998: 45).


(14) Om de lieveling te zijn.


(15) Het gebruik van onbepaald enkelvoud toont aan dat de vrouwen als een groep worden beschouwd. [Terug naar tekst]

Terug


 
Referentie

ADAM Jean-Michel, 1990. Eléments de linguistique textuelle. Bruxelles - Liège, Mardaga.

ADAM Jean-Michel, 1999. Linguistique textuelle. Des genres de discours aux textes. Paris, Nathan.

BISILLIAT Jeanne & LAYA Diouldé, 1992. “ Le système familial songhay - zarma” , Journal des africanistes (62) : 161-181.

BONHOMME Marc, 1998. Les figures clés du discours. Paris, Seuil.

CAMARA Sory, 1992. Gens de la parole. Essai sur la condition et le rôle des griots dans la société malinké. Paris, Karthala.

LABOV William, 1972. Language in the inner city : studies in the black English vernacular. Philadelphia, University of Pennsylvania Press.

LABOV William, 1978. Le parler ordinaire. La langue dans les ghettos noirs des Etats-Unis. Paris, Les Editions de Minuit.

LEGUY Cécile, 2001. Le proverbe chez les Bwa du Mali. Paris, Karthala.

OLIVIER DE SARDAN Jean-Pierre, 1998. “ Emique” . L’Homme (147) : 151-166.

s.n, 1999. Marcanda, enregistré, transcrit et traduit par Sandra Bornand, Hamma Djibo et Fatchima Guida (manuscrit).

Terug

 
 

 

Terug




Laatst herzien: 09 maart 2006