|
|
De Marcanda
door Sandra Bornand
Oorspronkelijk verschenen in het Frans in
Ethnographiques.org (no.7) in
april 2005,
vertaald door Dico Fraters
|
|
Samenvatting
In de Djerma regio van Niger organiseert de
vrouw, van wie de polygame echtgenoot met
een nieuwe echtgenote trouwt, een ceremonie
waarin zij de getrouwde vrouwen van het dorp
verzoekt om met haar de dag door te brengen.
Bij het vallen van de avond, voor de komst
van het echtpaar, vormen alle vrouwen een
halve cirkel en de als eerst getrouwde
vrouwen beledigen de vrouwen die als tweede
of derde vrouw getrouwd zijn en vice-versa.
Als onderdeel van een lopend onderzoek,
vormt dit artikel een eerste fase in de
beschrijving van de ceremonie in haar
geheel. Het biedt een etno-linguïstische en
pragmatische analyse van het eerste deel van
de beledigingen waarmee de ceremonie begint
en dat aantoont dat het een ceremonie of
ritueel is dat is samengesteld uit fictieve
beledigingen waarvan het doel is de
conflicten in een sociaal aanvaardbare vorm
te kanaliseren. De omstandigheden tijdens de
ceremonie (de context) en de vorm van de
beledigingen, vaak van buiten geleerd,
creëren immers « een symbolische afstand [
die ] het mogelijk maakt om de mogelijke
gevolgen van de wederzijdse beledigingen te
isoleren » (Labov 1978: 288).
|
|
Inhoud
Samenvatting
Inleiding
De beschrijving van de Marcanda
De omstandigheden tijdens het uiten van de
rituele beledigingen
De analyse van de beledigingen
De inhoud van de beledigingen
De
verdeling van het woord
Vorm van de beledigingen (in
voorbereiding)
De functies van de beledigingen
De Marcanda vanuit lokaal (emic)
gezichtspunt
Conclusie
Opmerkingen
Referenties
|
|
Inleiding
De « Marcanda » is een ceremonie die een
vrouw met het geld van haar echtgenoot
organiseert, wanneer laatstgenoemde een
bijvrouw neemt. Zij vindt plaats telkens als
een nieuwe vrouw in het huishouden wordt
opgenomen en is bestemd voor de vrouw die
een voorrecht verliest (de eerste, wanneer
de man een tweede vrouw trouwt,
laatstgenoemde wanneer hij een derde trouwt,
enz). Tijdens deze ceremonie, verzoekt zij
de getrouwde vrouwen van het dorp om de dag
met haar door te brengen en, bij het vallen
van de avond, voor de komst van het zojuist
getrouwde stel, vormen de vrouwen een halve
cirkel en degene die als eerste vrouw
getrouwd zijn, beledigen de vrouwen die als
tweede of derde vrouw getrouwd zijn. Degene
die spreekt gaat naar het midden van de
cirkel, terwijl de anderen in hun handen
klappen. De enscenering is dus grondig
voorbereid en beklemtoont het
twistgesprekkarakter van deze liederen. Na
de afsluitende beledigingen zingen de
vrouwen samen, vervolgens adviseren zij hun
gastvrouw, opdat zij haar nieuwe situatie
aanvaardt. In tegenstelling tot de ceremonie
die de echtgenoot organiseert en waar de
verhalenvertellers hem roemen, zijn familie,
zijn vrienden en meer in het algemeen de
sociale harmonie, is de Marcanda dus de
gelegenheid voor de vrouwen om de problemen
te uiten die samenhangen met het polygame
huwelijk. Deze (latente) conflictsituatie
wordt geuit via beledigingen, die het
merendeel vormen van het redenerende deel
van de Marcanda.Echter de beledigingen
breken met “de gesprekswelvoeglijkheid” die
wordt gedicteerd door de Djerma samenleving:
de emoties worden niet meer ingehouden, maar
openlijk getoond, en de woorden zijn
overvloedig en soms zeer rechtstreeks.
Terug |
|
De beschrijving van de
Marcanda
Het publiek bij de Marcanda bestaat alleen
uit getrouwde vrouwen en wordt gekenmerkt
door de afwezigheid van de echtgenoot en
zijn nieuwe echtgenote en de zwijgzaamheid
van de vrouw van wie de echtgenoot opnieuw
trouwt. De echtgenoot zelf brengt de dag
door bij een vriend, terwijl zijn nieuwe
echtgenote zich nog bij haar ouders bevindt
waar een andere ceremonie plaatsvindt, die
eveneens is gebaseerd op gezangen
(1).
Dit publiek, alleen vrouwelijk, geeft de
vrouwen de mogelijkheid om hun
terughoudendheid op te geven die hen parten
speelt in de aanwezigheid van de mannen.
Want marcanda schijnt op talrijke punten in
te gaan tegen de welvoeglijkheidregels van
de Djerma gemeenschap.
Het redenerende deel van de Marcanda
vindt altijd op identieke wijze plaats. De
vrouwen dagen elkaar uit door elkaar
beledigingen toe te roepen. Het scheppen van
afstand tussen de drie voornaamste
hoofdpersonen van het huwelijk tijdens het
twistgesprek creëert een dramatisch effect:
de gasten spreken zich uit in plaats van de
betrokken vrouwen zelf, waarbij zij hun
eigen leven als (bij)vrouw opnieuw spelen.
De individuele driften van de betrokken
vrouwen worden dus in scène gezet en
geïnterpreteerd door andere vrouwen die het
polygame huwelijk ervaren.
In bepaalde gevallen gebeurt het dat
bijvrouwen uit eenzelfde huisgezin elkaar
beledigen. Niettemin, het kader handhaaft
het dramatisch effect: ja, zij mogen elkaar
kritiseren, maar zij hebben niet het recht
om elkaar bij de naam te noemen. Zij kunnen
dus van een individuele kritiek een algemene
kritiek maken, vooral door het gebruik van
metaforen en weglaten van een naam: enkel de
groep wordt aangewezen door het oproepen van
de status van de spreeksters in hun
huisgezin. Het twistgesprek kan echter uit
de hand lopen, als de formulering te
rechtstreeks is. Het is op deze manier dat
de onenigheden plaats hebben gevonden
waarover enkele informanten me hebben
verteld.
Daarna zingt een van de eerste vrouwen
een lied waarin zij haar verdriet, door de
komst van een bijvrouw in haar gezin,
uitspreekt: « Ik heb het reeds gezegd dat ik
bezeten ben en dat ik geen bijvrouw wil ».
Zij sluit overigens haar lied af terwijl ze
doet alsof ze huilt. De andere vrouwen
herhalen het refrein in koor. Een lied dat
de komst van de tweede echtgenote bij de
eerste beschrijft, terwijl de laatstgenoemde
zwanger is, sluit het redekundig deel af.
Zodra de bruid is aangekomen, adviseren de
deelneemsters beide bijvrouwen, opdat zij
elkaar eerbiedigen en leven in harmonie.
Terug |
|
De omstandigheden tijdens het uiten van de
rituele beledigingen
De hier bestudeerde
beledigingen werden geregistreerd [geluidsuittreksel,
mp3, 1,6 Mo ] op 19 februari 1999 in het
Djerma dorp van Boko Tchilli (kanton van
Kouré, Niger) [
zie het gehele transcriptie en de vertaling ].
De registratie heeft plaatsgevonden op het
initiatief van de vrouw van het dorpshoofd.
Gezien mijn belangstelling voor de
mondelinge traditie
(2)heeft
zij me voorgesteld om een bijeenkomst te
organiseren met beledigingen en liederen
zoals die tijdens een marcanda worden geuit
en gezongen. Ik heb door nieuwsgierigheid
dit aanvaard, zonder te weten wat ik
vervolgens zou doen.
Een eerste poging tot registratie heeft
plaatsgevonden in de nacht van 18 februari
1999. Helaas, het audiodocument kon niet
over gebracht worden op papier noch vertaald
ten gevolge van de slechte geluidskwaliteit
van de registratie. Aangezien het gerucht
zich had verspreid dat een marcanda zou
plaatsvinden in het hof van de oude vrouw,
waren alle dorpelingen aanwezig met
uitzondering van de getrouwde en de oude
mannen
(3).
De kreten van de kinderen en de reacties van
het publiek overstemde het debat. Bovendien
kon ik microfoon niet van ene aan de andere
vrouw doorgeven omdat ik ingeklemd zat
tussen de menigte. Dus hebben wij de
volgende dag opnieuw een zitting
georganiseerd: deze keer vond zij plaats in
besloten kring in een van de huizen van het
dorpshoofd. Enkel de getrouwde vrouwen die
aan marcanda deelnamen konden hier naar
binnen. Dit keer was de registratie van
goede kwaliteit.
Ik ben drie weken later teruggekomen in
het dorp om de vrouwen te ondervragen over
deze beledigingen, teneinde een beknopte
ordening ervan te maken in verband met mijn
proefschrift. Helaas heb ik op dat moment
bepaalde vragen niet gesteld, die op dit
moment essentieel zijn in verband met mijn
nieuwe onderzoek. Het zou vooral
noodzakelijk zijn geweest de familieband
tussen de vrouwen aan te geven, en aldus
zien of twee bijvrouwen uit een huisgezin
elkaar tijdens marcanda hadden beledigd. Dit
verzuim, dat voortkomt komt - herhalen - van
de context waarin marcanda werd
geregistreerd, verzwakt de pragmatische
dimensie van mijn analyse. Een diepgaand
onderzoek omvattend de verklaringen van de
beledigingen door de spreeksters en hun
beschrijving van wat die dag is gebeurd zal
later de hier gepresenteerde resultaten
aanvullen.
Terug |
|
De analyse
van de beledigingen
Wanneer men van een marcanda getuige is,
wordt men getroffen door zowel de felheid
van de woorden als de geest waarin zij
worden geuit
(4).
Inderdaad, zelfs al is de inzet netelig –
men ziet een bijvrouw nooit van harte komen
– lijken de vrouwen ontspannen en lachen
zelfs, en wanneer sommige deze ceremonie
beschrijven, onderstrepen zij het plezier
die zij verschaft. Deze beledigingen behoren
dus wel degelijk tot het twistgesprek, waar
het gevecht speels is, en waar het goede
woord kracht en de stilte zwakte is.
Als de sociaal-culturele context – de
polygamie – de aandacht vestigt op de
conflictsituatie, dan toont de mededelende
context aan dat het om een spel gaat.
Enerzijds, worden zij die de situatie
emotioneel doorleven uitgesloten van het
twistgesprek (afwezigheid van de nieuwe
echtgenote, stilte van de eerste).
Anderzijds wanneer zij elkaar beledigen,
amuseren de vrouwen zich en lachen soms. Ten
slotte worden de beledigingen in een
beeldrijke vorm
(5)
geuit en vaak bij anderen marcanda geleerd.
Zoals Cécile Leguy (2001: 159), « in het
spreekwoord, [... ] zegt, is de metafoor
niet meer echt « een levende metafoor », en
nochtans bij elk hergebruik wordt zij
aangepast en actueel gemaakt ». Men zegt dan
zonder te zeggen.
Terug |
|
De inhoud van de beledigingen Als
de analyse van de vorm de aandacht vestigt
op de vorming van « een symbolische afstand
», toont de thematische analyse welke de
aangeroerde thema's zijn en hoe de vrouwen
tegelijkertijd hun pijn en hun woede uiten.
De eerste spreekster, die de vrouw
vertegenwoordigt voor wie marcanda wordt
georganiseerd, legt haar situatie uit door
zich denigrerend over haar nieuwe
mede-echtgenote uit te laten: « de vader van
mijn zoon / heeft me het deel van de tand
gebracht », dat wil zeggen « een vrouw die
spot opwekt ». Zij ontwikkelt dan haar
aanval door de domheid van haar
mede-echtgenote aan te tonen: « zij kent het
kwade / zij kent het goed niet / De
nietsnut! » (v.3). Zij beëindigt haar
belediging door met haar rivalen te spotten:
« Hiye! hiye! Het deel van de tand / Hiye!
hiye! De nietsnut » (v.3)
(6).
Een van de tweede vrouwen antwoordt haar
door de kritiek van de eerste te ontkennen:
« zijn de vrouwen met de grote hoofden gek?
». Deze vraag wordt gesteld volgend op hun
vijandig gedrag ten opzichte van de tweede;
wat, volgens haar, volkomen
ongerechtvaardigd is, aangezien de eerste
niet beter is dan de tweede: « Men heeft jou
gebracht, men bracht het eveneens, [dat] is
niet de moeite waarde om zich te roemen. »
(v.5). Zij vestigt hier dus de aandacht op
het conflictaspect van de polygamie en de
kenmerken van beide hoofdpersonen. Men kan
een dubbele hiërarchie onderscheiden,
sociaal enerzijds en op het gevoel werkend
anderzijds. Immers als de eerste vrouw gezag
heeft over de tweede ten gevolge van haar
leeftijd en haar langere verblijf in het
huishouden, heeft haar rivaal het voordeel
om de laatst aangekomene te zijn in het
huishouden en om, dank zij haar jeugd, de
lieveling te zijn van de echtgenoot
Tegenover de getoonde superioriteit van de
eerste vrouwen, doet zij een tegenaanval
door te wijzen op hun domheid en hun
smerigheid: zij gedragen zich op wijze die
afwijkt (zich op de po met kalebas van hun
echtgenoot wassen) om, door de magie (op de
adviezen van een zima
(7))de
gunsten van hun echtgenoot te verkrijgen: «
dat alles om zijn hart te hebben » (v.9).
Met deze aanval zegt zij impliciet dat de
tweede vrouwen natuurlijk de lievelingen
zijn. Een van de eerste vrouwen repliceert
door de kritiek die op haar wordt geleverd
te verwerpen: zij beschuldigt de tweede van
pocherij. Voor haar, « klein zijn en een
klein hoofd hebben betekenen dat men een
pechvogel is » (v.12).
Terugkomend op het vorige argument, keert
een van de tweede vrouwen de redenering om
en op die manier het uitgangspunt: als de
kleine echtgenote opschepperig is, dan “ is
de kleine echtgenote niets waard ». Maar als
de man haar vaak tijdens de nacht bezoekt («
Voeten hebben de dauw gevoeld », v.14) in
dusdanig mate dat de eerste vrouwen jaloers
erover zijn (« sommige hebben buikkramp
gehad / anderen hebben niet kunnen slapen »,
vv.14), dan betekent dit dat de kleine
echtgenote niet opschepperig is. Met dit
tegenargument, kaatst zij de belediging
terug naar diegene die het haar naar het
hoofd heeft geslingerd: de opschepster is
dat niet diegene die liegt?
Een van de tweede vrouwen haakt in op
deze belediging door nogmaals te bewijzen
dat zij de favorieten zijn van de
echtgenoot:
De kleine echtgenote heeft het midden van
het hoofd achter het bed.
Het huwelijk van de kleine echtgenote is
kortstondig, voeten hebben de dauw gevoeld.
Deze perifrase (omschrijving) wordt aldus
verklaard: traditioneel, alvorens definitief
voor haar echtgenoot geleid te worden door
haar (classificatorische) moeders en haar
vriendinnen, laat de bruid zich het haar
vlechten. Als gevolg van de intensiteit van
het liefdesspel, zijn haar haarvlechten, die
nep zijn, achter het bed gevallen, hetgeen
de hartstocht toont van de echtgenoot voor
zijn jonge echtgenote. Deze interpretatie
wordt ondersteund door de herhaling van
eerder ter sprake gebrachte perifrase: «
voeten hebben de dauw gevoeld » (v.17).
Profiterend van het voordeel dat zij hebben
genomen op de eerste vrouwen, gaan de tweede
vrouwen voort door de eersten als «
koeiendrek » te kwalificeren (v.18), een
kwalificatie die een van hen herformuleert
in de versregel die volgt: « het is een
grote hoop die niet goed is » (v.19).
Ten overstaan van het geweld van deze
woorden, kan een van de eerste vrouwen
slechts het eerder ontwikkelde thema van de
opschepperij hervatten: « zeg niet dat het
jouw hoofd is dat dat heeft gebracht »
(v.21), maar zij wordt eveneens heftiger: de
tweede vrouwen zijn niet meer opschepperig,
maar leugenachtig: « Jij liegt, jij hebt dat
niet gebracht » (v.20). Een van de tweede
vrouwen herneemt de verantwoording op zich
voor de vorige belediging door het te
herformuleren: « de kleine echtgenote is de
laatste » (v.22). Maar meteen daarna,
creëert zij de verrassing door aan te tonen
dat « Als de kleine echtgenote de laatste »
is, de eerste echtgenotes nog slechter zijn:
« De grote echtgenote is koeiendrek / Een
grote hoop die niet goed is » (v.v.23-24).
De spreekster construeert hier een
onneembare tegenstelling tussen de kleine
echtgenote en de grote, door enerzijds een
kritiek te herformuleren die is gericht aan
haar gelijken en anderzijds door, bijna
woord voor woord, de kritiek te herhalen die
aan de eerste vrouwen is gericht door een
vorige spreekster (v.v.19-20).
Ten overstaan van deze zeer rechtstreekse
en heftige belediging, reageert een van de
eerste vrouwen eveneens heftig door haar
rivalen voor nietsnutten uit te maken en de
kinderen van haar mede-echtgenote aan te
vallen, aangezien deze vaak de kern zijn van
de conflicten tussen bijvrouwen :
Jij zegt dat het jouw hoofd is dat Nafi
heeft gebracht.
Nafi heeft geen menselijk hoofd.
Zij heeft Gayka en Nafi gebracht.
Nafi heeft geen hoofd menselijk.
Wie heeft dat gebracht?
Het is jouw echtgenoot die je een
nietsnut heeft gebracht
Het is jouw echtgenoot die je deze heeft
gebracht (vv.25-29)
Zoals het kind dat haar mede-echtgenote
op de wereld heeft gezet « Nafi » (het
verkleinwoord van Nafissa) geen menselijk
hoofd heeft, heeft laatstgenoemde niets
goeds in het huishouden gebracht. Een van de
tweede vrouwen herneemt deze laatste kritiek
door het te ontkrachten in drie stappen:
- « de kleine echtgenotes zijn niet
nietsnutten » (v.30);
- « zij hebben Gayka zij hebben gebracht
Nafi gebracht » (v.30);
- « De hut is twee lemen huizen
geworden, de voorraadschuur heeft zich
verviervoudigd » (v.30).
Zij hebben dus een nakomelingschap en de
overvloed in de haardstede gebracht; wat hun
waarde bewijst.
Uit deze presentatie kan men
verschillende thema's halen: de waarde, de
domheid, de waanzin en de smerigheid, de
opschepperij, het uiterlijk, het onheil
staand tegenover de overvloed. Meestal
worden deze thema's door de eerste vrouwen
geïntroduceerd. De tweede vrouwen verdedigen
zich over het algemeen slechts:
-
het zijn niet zij
die gek zijn, maar hun rivalen;
- de opscheppers zijn de eersten die
leugens vertellen;
- zij zijn niet zonder waarde, in
tegenstelling tot hun rivalen die «
koeiendrek » zijn.
Met deze laatste metafoor bieden de
tweede vrouwen een stevige belediging aan
door hun rivalen te vergelijken met
uitwerpselen van dieren. In de vierde
belediging, opteren zij voor een andere
strategie: zij tonen aan dat zij geen onheil
meedragen, maar de rijkdom in het huishouden
brengen en bieden een nakomeling aan, aan
hun echtgenoot. Met de naam van Gayka (naam
die aan een meisje wordt gegeven, waarnaar
men lang en tevergeefs heeft verlangd),
beschuldigen zij impliciet de eerste vrouwen
van steriliteit, een zeer belangrijk thema
in de Djermaregio.
Terug |
|
Verdeling van het woord De
verdeling van het woord is duidelijk
bepaald. Een vrouw uit de groep van de
eerste vrouwen opent de vijandelijkheden.
Dit wordt verklaard door het feit dat zij de
gekwetste vrouw vertegenwoordigt en dat zij
een hogere rang in de familiehiërarchie
bezit ten gevolge van haar leeftijd en haar
langere verblijf in het huishouden.
Overigens noemt men respectievelijk de eerst
getrouwden (en de tweeden in een huishouden
van vier vrouwen) « wande beeri »
(letterlijk: grote echtgenote) en de laatst
getrouwden (en de derden in de huishoudens
van vier vrouwen)
(9) « wande kayna
» (kleine echtgenote)
(8).
Dit beeld is in de beledigingen zelf
verwerkt, deze laatsten schelden de eersten
uit als « vrouwen met de grote hoofden » en
deze de tweeden als « vrouwen met de kleine
hoofden ».
Van dat ogenblik af, volgen de
beledigingen elkaar op. In totaal telt men
er in dit eerste « lied » tien, min of meer
afgewisseld: A-B-A-B-B-B-A-B-A-B. Het « lied
» wordt door een vrouw uit de groep van de
tweede vrouwen afgesloten. Maar deze
sluiting is slechts tijdelijk, aangezien
onmiddellijk een tweede « lied » begint,
meestal met een formule (« alla kasambarce
»), een soort refrein dat betekent « dat de
God ons behoede ».
Terug |
|
De vorm van de beledigingen In
voorbereiding.
Terug |
|
De functies van de
beledigingen
De inhoud van de beledigingen toont de
spanningen en conflicten die in een polygame
context bestaan. De uitlatingen zijn heftig,
en drukken de woede uit van diegene aan wie
men een bijvrouw oplegt. Maar in een
samenleving waar de terughoudendheid, de
zelfbeheersing en het gevoel van schaamte de
overhand hebben, waar de collectieve
belangen meer tellen dan de individuele
waarden, lijken al deze woorden subversief,
de vrouwen spreken uit dat wat de
maatschappij afkeurt. De beledigingen van
marcanda hebben dus een uitlaatklepfunctie;
een functie die door een uitdrukkend kader
wordt beperkt, dat zichtbaar wordt in de
stijl en het ritme van de beledigingen. Aan
het einde van dit twistgesprek grijpt de
collectieve moraal opnieuw in via adviezen
die door de getrouwde vrouwen worden gegeven
aan diegene die een bijvrouw moet
verwelkomen. De twistgesprekken staan aldus
de vrouwen toe te rouwen om hun situatie
(zij verliezen hun status van enige vrouw)
door hun agressiviteit uit te spreken. Deze
functie wordt duidelijk door de informanten
aangegeven:
Jij weet dat om je man met een ander te
moeten delen moeilijk te aanvaarden is. Dus
om haar te ondersteunen op deze moeilijke
momenten, organiseren haar kameraden een
feest voor haar. Zij trekken de hele dag bij
haar in en bereiden gerechten die zij
proeven. Bij het vallen van de avond zingen
zij en richten spreekwoorden tot elkaar (i
ga care yaasay: zij / aspect / samen / in
spreekwoorden spreken, via beeldrijke
formuleringen), de eerste vrouwen richten
zich tot de tweede en vice versa [... ] dat
laat hen toe om de situatie minder
dramatisch te maken. (Hawa Adama, Kayan)
De Marcanda, in zijn geheel, onderstreept
de verschillende fasen van de rouw:
aanvankelijk de woede (zie de beledigingen),
de treurigheid (wanneer de vrouw haar pijn
bezingt), de berusting (bij het lied dat de
komst van bijvrouw beschrijft), vervolgens
de inwilliging en misschien (zoals de
adviezen het onderstrepen die daarna worden
gegeven) de vrede en de overeenstemming. Bij
elke fase hoort dan een verwerkingfase van
de rouw. Aldus gaan bij de Marcanda de
beledigingen over in de adviezen, de woede
in de rationele en volwassen verhouding. De
vrouwen uiten er hun gevoelens en hun
frustratie, zonder echter eensgezindheid van
de gemeenschap in gevaar te brengen. Een
eensgezindheid die berust op superioriteit
van de mannen boven de vrouwen en op het
bestaan van de polygamie. Meer in het
algemeen,
als de man, officieel, de controle heeft
over het sociale leven, dan weet de vrouw
goed, aangezien zij er de agens van is, dat
op haar, in het geheim, de instandhouding
van het sociale leven berust; neemt zij niet
de hoofdrol voor haar rekening bij de doop
en het huwelijk? Het onuitgesproken
bewustzijn dat de vrouw heeft van deze
wanverhouding tussen de schijn en de
werkelijkheid, is voor haar een onafgebroken
bron van distorsie; de man wikkelt ze af,
gemakkelijk, door ze te ontkennen: “ De
vrouw heeft slechts de woorden, men mag niet
zijn tijd verliezen met te luisteren ». Van
haar kant, de vrouw, voor wie er werkelijk
slechts de woorden overblijven, wikkelt ze
af door een onophoudelijke schepping van
liederen en spreekwoorden die de
metaforische antwoorden zijn op de problemen
waarmee zij wordt geconfronteerd. De
omstandigheden van deze schepping maken het
noodzakelijk om de inhoud te verbergen door
een taal uit te werken waarvan de betekenis
zeer moeilijk is om te begrijpen. (Bisilliat
& Bush-hammered 1992: 175).
Terug |
|
De
Marcanda vanuit lokaal (emic) gezichtspunt
Tegenover de verscheidenheid van de functies
van de Marcanda, lopen de weergave vanuit
lokaal gezichtpunt uiteen, zelfs wanneer het
merendeel van de informanten het eens is met
feit dat dit ritueel positief is. Deze
eensgezindheid toont zich in de praktijk,
aangezien de ceremonie wordt betaald door
diegene die een nieuwe echtgenote de
haardstede binnenhaalt.
Echter bepaalde informanten, alleen
mannelijke, kritiseren de praktijk van
Marcanda, door het beledigend en opruiend
aspect naar voren te brengen:
Het is niet goed, want de echtgenotes
profiteren ervan om elkaar te beledigen met
spreekwoorden. Eens heb ik de vrouwen in een
gevecht in slagorde gezien bij een marcanda.
Twee bijvrouwen bestreden elkaar. Elke vrouw
had zich aangesloten bij de partij van haar
gelijken [de eersten bij de eersten, de
tweeden bij de tweeden]. (Abdou Hamani,
Hamdallaye)
Anderen onderstrepen de problemen in
verband met dit ritueel, die - zeggen zij -
de jaloezie opwekken en de goede
verstandhouding in de familie afbreken:
Het is een zaak van Satan, want het is
een gelegenheid om de jaloezieën op te
wekken die een polygame man [juist] probeert
te beheersen. En hij zal door marcanda des
te dieper bedroeft worden, omdat zijn
vrouwen er zeker aan zullen deelnemen en de
gelegenheid niet zullen missen om elkaar te
bestoken met dodelijke spreekwoorden; wat
spanningen zal veroorzaken.
(Hassane Hamidou, Kayan)
De vrouwelijke informanten, integendeel,
vestigen de aandacht op de geruststellende
functie van deze ceremonie voor de vrouw,
van wie de echtgenoot trouwt. Door
bijvrouwen voor te bereiden op het samen te
leven, past de marcanda dus in de polygame
context en speelt er een centrale rol in.
Echter dit belang wordt nooit door de
mannelijke informanten vermeld; hoogstens
onderstrepen zij het afleidende aspect
ervan.
Dit verschil in inzicht wordt verklaard
door een verschil in dat wat men heeft
meegemaakt. In tegenstelling tot de mannen
voor wie de polygamie een keus is, ondergaan
de vrouwen het. Wanneer Kadija Souley uit
Hamdallaye spreekt over de Marcanda,
onderstreept zij het lijden dat zo'n
situatie veroorzaakt:
Jij weet, de eerste echtgenote kan het
onherstelbare doen, als haar kameraden haar
niet komen troosten en de komst belachelijk
maken van haar nieuwe mede-echtgenote, die
zij als een vijand beschouwt die haar leven
zal verpesten.
De Marcanda helpt dus de vrouwen de
verandering in hun huishouden te aanvaarden
en het is als zodanig dat zij het
definiëren, zelfs wanneer zij de feestelijke
kant ervan niet ontkennen:
Wij geloven dat het een goed ding is en
dat is nog meer waar aangezien alle vrouwen
zich amuseren en vrolijk zijn, want het is
eveneens een gelegenheid om te eten en om te
drinken. (Aissa
Abdou and Mariama Saley, Hamdallaye)
Terugkomend op de reacties van bepaalde
mannen, onderstrepen deze twee (vrouwelijke)
informanten de vrees die dit ritueel bij
deze laatsten wekt:
Vrij fanatieke mannen willen dit feest
verbieden onder het voorwendsel dat bij de
Marcanda de vrouwen beledigende
spreekwoorden zeggen. Deze mannen verbergen
hun vrees om hun verschillende echtgenotes
niet in vrede te kunnen laten samenwonen. Zo
niet de echte mannen die in ruime mate
bijdragen aan de voorziene uitgaven voor dit
feest.
Dus, terwijl bepaalde mannen de gevolgen
van uitingen tijdens de Marcanda op het
gedrag, de gevoelens en de overtuiging van
de luisteraars beschrijven om deze
vervolgens te kritiseren, onderstrepen de
vrouwen, door de moeilijkheden te vermelden
die inherent zijn aan de polygamie, eerder
de functies van deze ceremonie en tonen het
belang ervan aan.
Terug |
|
Conclusie
Maar kunnen de vrouwen alles zeggen bij
een Marcanda, tegen iedereen en op welke
manier dan ook? Ja, het blijkt dat twee
bijvrouwen uit eenzelfde huishouden elkaar
mogen beledigen, zij mogen echter zich niet
direct tot hun rivaal richten. De indirecte
wijze is dan toelaatbaar, door de vorm van
de beledigingen maar ook door de afwezigheid
van een specifieke aangesprokene: de rivale
wordt benoemd als « eerste vrouw » of «
tweede vrouw »
(15),
maar geen enkele naam wordt werkelijk
uitgesproken en, als de tweede persoon
enkelvoud soms wordt gebruikt, heeft dat
hier eerder functie van een « generieke jij
», dat verwijst naar alle vrouwen van
dezelfde groep. De conflictsituatie van de
komst van een bijvrouw in een huishouden
wordt dan tijdens de Marcanda in scène gezet
door vertegenwoordigsters van de grote en de
kleine vrouwen: deze spreken namens de twee
belangrijkste betrokkenen die, beide,
zwijgzaam blijven. De beledigingen die bij
een marcanda worden geuit, hebben dus een
uitlaatklepfunctie waarbij de rouw, die de
vrouw heeft van wie de echtgenoot trouwt,
voor rekening wordt genomen door de groep.
Terug |
|
Opmerkingen
(1) De huwelijksliederen worden enerzijds
door de vriendinnen van de bruid en
anderzijds door de classificatorische
moeders van laatstgenoemde gemaakt. Deze
liederen vermelden haar vorig leven, de
scheiding van haar familie en bereiden haar
voor op haar nieuwe rol. [Terug naar tekst]
(2) In het kader van een onderzoek over een
verhaal van de jasare (verteller van
historische verhalen en verhalen over de
afstamming en verwantschap van families) die
over de voorvader van het dorp. [Terug naar tekst]
(3) Als, in hun uiteenzettingen, vrouwen en
mannen de afwezigheid van deze laatsten
tijdens een Marcanda onderstrepen, lijkt het
er in werkelijkheid op dat alleen de
getrouwde mannen en de oude mannen er in het
geheel niet aan deelnemen. Het komt immers
voor dat kinderen van beide geslachten
alsook jonge mannen van de scène getuige
zijn, uit nieuwsgierigheid, zoals het geval
was bij een Marcanda die plaats vond in
Tonkobangou (kanton van Liboré) in februari
2004. Eerder dan een strikt verbod, volgt de
afwezigheid van de getrouwde mannen eerder
uit de scheiding van de mannelijke en
vrouwelijke werelden. [Terug naar tekst]
(4) Deze constatering is gebaseerd op zowel
directe waarnemingen tijdens een « echte »
ceremonie, als op getuigenissen van vrouwen
en waarnemingen bij de bijeenkomst met
liederen die voor de registratie was
georganiseerd. [Terug naar tekst]
(5) Het werkwoord en zelfstandig naamwoord
yaasay, gebruikt door de informanten,
wordt in het algemeen vertaald door « in
spreekwoorden spreken » / « spreekwoord »,
maar betekent ook « in beelden spreken » / «
beeld ». In de analyse heb ik de voorkeur
gegeven aan de term « belediging », die door
de term yaasay kan impliceren; ik leg
dus, in mijn analyse, eerder de nadruk op de
functie dan op de vorm. In de vertalingen,
gebruik ik daarentegen graag de term «
spreekwoord » teneinde onelegante
omschrijvingen te vermijden. [Terug naar tekst]
(6) Ik kan momenteel deze metafoor niet
verklaren. [Terug naar tekst]
(7) « Priester » van de regionale
godsdiensten. [Terug naar tekst]
(8) Men vind een dergelijk verschijnsel
terug in de aanduidingen voor de oudere en
jongere. De oudere of grote broer noemt men
« beere » (de grote) en de jongere « kayna »
(de kleine). [Terug naar tekst]
(9) Wanneer een echtgenoot drie echtgenotes
heeft, kan de tweede echtgenote haar « kamp
» kiezen. [Terug naar tekst]
(10) De afwezigheid van mannen in dit kader
vergemakkelijkt de uiting van de intimiteit.
(11) Men gaat over van een rechtstreeks
benadering naar een indirect benadering: de
eerste vrouw is daar, en het is voor haar
dat de Marcanda wordt georganiseerd, de
tweede, daarentegen, is afwezig. Een
afwezigheid die deze derde persoon enkelvoud
lijkt uit te drukken. Een andere mogelijke
interpretatie dat « ni » (jij) gebruikt door
de spreekster een « generieke jij » is.
(12) « Hervatting, aan het begin van een
syntactische eenheid, van het element dat
aan het einde van de vorige eenheid wordt
geplaatst. » (Bonhomme 1998: 45)
(13) « Herhaling van hetzelfde element aan
het einde van verschillende syntactische
eenheden (Bonhomme
1998: 45).
(14) Om de lieveling te zijn.
(15) Het gebruik van onbepaald enkelvoud
toont aan dat de vrouwen als een groep
worden beschouwd.
[Terug naar tekst]
Terug |
|
Referentie
ADAM Jean-Michel, 1990. Eléments de
linguistique textuelle. Bruxelles - Liège, Mardaga.
ADAM Jean-Michel, 1999. Linguistique
textuelle. Des genres de discours aux
textes. Paris, Nathan.
BISILLIAT Jeanne & LAYA Diouldé, 1992. “
Le système familial songhay - zarma” , Journal
des africanistes (62) : 161-181.
BONHOMME Marc, 1998. Les figures clés du
discours. Paris, Seuil.
CAMARA Sory, 1992. Gens de la parole.
Essai sur la condition et le rôle des griots
dans la société malinké. Paris, Karthala.
LABOV William, 1972. Language in the
inner city : studies in the black English
vernacular. Philadelphia, University of
Pennsylvania Press.
LABOV William, 1978. Le parler ordinaire.
La langue dans les ghettos noirs des
Etats-Unis. Paris, Les Editions de Minuit.
LEGUY Cécile, 2001. Le proverbe chez les
Bwa du Mali. Paris, Karthala.
OLIVIER DE SARDAN Jean-Pierre, 1998. “
Emique” . L’Homme (147) : 151-166.
s.n, 1999. Marcanda, enregistré,
transcrit et traduit par Sandra Bornand,
Hamma Djibo et Fatchima Guida (manuscrit).
Terug |
|
|
Terug
|
|
|
|
Laatst
herzien:
09 maart 2006
|
|
|