Les 8. Yantala habu

Inhoud
  1. Intro
  2. Woordenlijsten
  3. Begroetingen
  4. Grammatica
  5. Oefeningen

 



8.A. Intro

Lees onderstaande tekst en probeer de vragen aan het eind te beantwoorden. Enige hulp is aanwezig, verplaatst de cursor naar een onderstreept zinsdeel of woord en de vertaling verschijnt in een kader.

Yantala habu

Han kulu habu go Yantala. Boreydin ga ne a se Yantala habu, a beri no. Alfazar hab'izey ga kaa.
I kande hayey bobo kan i ga neera. Hab'izey go no kan ga neera salati da tomatiyan da jiney kulu kan ga fun kali ra. Hab'izey mo go no kan ga guuru jiney neera; i ga neera zaamayan da kalmayan da addayan.

foto van vrouwen op weg naar de markt, kruiken op het hoofd

Wayborey go ga koy habo.

Foto van ijzerwaren op de markt

Guuru jiney go habu ra.

Hunkuna Daouda go ga koy Yantala habu. A ga ba ga zaama kaan day kan ga hayni wi. A ga hab'ize bay kan ga zaama kanu neera, amma zaama ga cada.  Daouda sinda  nooru bobo, a ga hayci.

Daouda Fofo.
Hama Ngoyya.
Daouda Mate ni go?
Hama Baani samay. To Daouda ifo no ga ba?
Daouda Hama, ay go no ga zaama ceci. Hemaro go ga kaa. Bene hari kaŋ, hayni ga bori mo.
Hama To, ay gonda zaama kan ni ga ba, walla. I n' a hanse hal ma bori. Ni ga ni hayni wi da wasi. Ta nga!
Daouda ga zaama guna. A ga kanu. A ga ne:
Daouda To, ni ga cim. A si futu. Marge no wo?
Hama Nga si futu? Zaamadin ga bori nda ikulu. Dela waranka ay g' a neera ni se, zama ni ya ay cora no.
Daouda Haba? A ga cada. Baani, zab ay se.
Hama A mana cada. To, ay ga dela fo kaa.
Daouda Albarka! Ay g' a ceci nangu woyongo.
Hama Ni ma kaa!  nooru marge no ni se?
Daouda Dela wey cindi taci.
Hama Haba? Manti cimi no! Ni g' ay wi. To, ay yedda zama ni ay cora no.

Daouda go ga koy fu. A sinda  nooru, amma a gonda nga zaama.

Vragen:
a) Ifo no Daouda ga ba ga day?
b) Marge no Hama n'a neera nga se?

Antwoorden:
a) xxx
b) xxx

 


8.B. Woordenlijsten
  1. Werkwoorden
  2. Zelfstandige naamwoorden
  3. Bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, etc.

Open de Uitspraakgids in een nieuw venster

Leer de onderstaande woorden uit het hoofd.

Extra
Ga met muis naar een onderstreept woord en u ziet een zin waarin het woord gebruikt wordt.
Klik nu op de linker muisknop en u ziet een foto in een pop-up.
Als u met de muis op de foto gaat staan, ziet u de vertaling van de zin.


8.B.1 Werkwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
kaa verwijderen, wegnemen, wegpakken kaa
bay weten, kennen bay
darey verwalen, verloren raken, zich vergissen / rey
gay een lange tijd zijn; lang blijven, op zich laten wachten, treuzelen (onovergankelijk) gay (short diphthong)
gay tegenhouden, ophouden, verhinderen (overgankelijk) gay (long diphthong)
sinda zonder zijn, niet hebben (antoniem van "gonda") sin / da

Terug


8.B.2 Zelfstandige naamwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
dela [also dala] eenheid van 5 frank gebruikt bij het tellen van geld / la  [/ la ]
katibi eenheid van 5 frank gebruikt bij het tellen van geld kâ ti bi
 nooru, nooro geld no / ru
gondi, gondo (~) slang gon / di
(~) uitspraak: gwun / di
lemu (F) limoen (fruit of Citrus aurantifolia, F = "limon"); sinaasappel le / mu
lemu beri, lemu bero sinaasappel  (fruit of Citrus sinensis; letterlijk grote "limon") le / mu  be / ri
lemu kayniyo, lemu kayna citroen (fruit of Citrus limon; letterlijk kleine ‘limon’) le / mu  kay na
albassan, albassano ui al bas / san
mo rijst mo (sliding up tone)
haamo sorghum, zwarte gierst [Sorghum vulgare] / mo
alkama tarwe al ka / ma
kolkoti, kolkoto (suiker)maïs kol / ko ti
labtanda een pompoensoort
(genus Cucurbita)
lab tan / da
dunguri, dunguro boon dun gu / ri
gunguri, gunguro ei gun / gu ri
guri, guro ei (verkorte vorm van "gunguri") gu ri
boro bi oorspronkelijke bewoner van Afrika, Negroïde type (letterlijk zwarte persoon) bo / ro  bi (sliding down tone)
anasara Europaan of ander persoon met lichtere huidskleur, wiens stam onbekend is. Kan ook betrekking hebben op Chinees. In het kort geen  "boro bi". à na / ra
jara extra (koop)waar die aan een koper op de markt wordt gegeven, gift jâ ra

Terug


8.B.3 Bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, etc.
Djerma Nederlands Uitspraak
afo-fo (tussenwerpsel) een voor een, een per stuk a fo - fo
ihinka-hinka (tussenwerpsel) twee aan twee, twee per stuk i hin / ka - hin / ka
iddu-iddu (tussenwerpsel) zes aan zes, zes per stuk id du - id du
bobo (bijv.naamwoord) veel, vele(n) (altijd gebruikt met de enkelvoudig vorm van het zelfstandig naamwoord), een boel bo / bo
fala (bijv.naamwoord) gemakkelijk; goedkoop, niet duur fa / la
sandi, sando (bijv.naamwoord) hard (consistentie); moeilijk san / di
kamba ga sandi (uitdrukking) gierig zijn  
cada (H) (bijv.naamwoord) kostbaar, duur ca / da
marge (bijwoord) hoeveel (altijd gebruikt met de enkelvoudig vorm van het zelfstandig naamwoord) mar / ge
manti (bijwoord) niet (in sommige constructies) man / ti
marge no (bijwoord) hoeveel kost het, hoe duur is het mar / ge  no
abada (uitroep) nooit, nadrukkelijk "nee!" â /
ba (bijwoord) zelfs, hoewel toch, ook al (gaat het aan het voorwerp vooraf)
albarka (uitroep) Wat een voordeel / profijt!  
to (uitroep) O.K.!  

Terug

 



8.C. Begroetingen (foyan)

In de voorafgaande lessen leerde u één persoon en een groep te groeten, iemand begroeten die aan het werk is en iemand te verwelkomen en afscheid te nemen. Ook leerde u iemand bedanken en uw excuses te maken. U heeft nu de eerste begroetingen geleerd en de begroetingen na het eerste "hallo" alsook te vragen hoe men de dag of nacht heeft doorgebracht. In deze les leert u meer over marktpraatjes. Indien u in iets gaat kopen, of dit nu op de markt is op gewoon op straat, dan zult u merken dat onderhandelen over de prijs een belangrijk aspect van de koop is. Dit onderhandelen is een spel dat de meeste Nederlanders en andere west Europeanen niet of nauwelijks kennen. Het zal een nieuwe en uitdagende ervaring zijn, die u een kans biedt het Djerma te oefenen.

  1. Het vragen naar de prijs en het antwoord

    Het prijssysteem dat de Djerma gebruiken wijkt af van dat in Europa. De eenheid die gebruikt wordt om prijzen aan te geven is de dela. Over dit prijssysteem vindt u meer informatie in paragraaf 8.D.7. U zult merken dat op uw vraag naar de prijs "Marge no?" er verschillende soorten antwoorden komen.

    Djerma
    Nederlands
    vraag van de koper Marge no?
    Hoeveel kost het?
      Marge marge? Hoeveel kost het per stuk?
    antwoord van de verkoper    
    aantal plus prijs
    Ihinka dela
    Twee voor 1 dela (5 frank)
    een herhaling duidt de prijs per stuk aan  
    een dela per stuk Dela-dela 1 dela (5 frank) per stuk
      Dela fo-fo 1 dela (5 frank) per stuk
    meer dela per stuk Ihinza-ihinza 3 dela's (15 frank) per stuk
     
    Dela hinza-hinza
    3 dela's (15 frank) per stuk


  2. Het onderhandelen

    De verkoper zal u een prijs aanbieden. Dit is, zoals gezegd, geen vast prijs. Van u wordt verwacht een tegenbod te doen of aan te geven dat u de prijs te hoog vindt om zo de onderhandelingen te starten.

    Djerma
    Nederlands
    Koper Albarka!
    Wat een voordeel! [betekent: verlaag de prijs.]
      A ga cada. Het is duur.
      Baani, zab ay se. Luister, verlaag de prijs.
    Verkoper
    Albarka!
    Wat een voordeel! [betekent: verhoog de prijs.]
     
    A mana cada.
    Het is niet duur.
      To. Ay ga dela fo kaa. O.K., ik haal een dela van de prijs af.
    Koper Tonton kayna. Doe er nog iets bij (bijvoorbeeld een schepje extra).
      Jara si no? Is er niet iets extra's?
      To, ay yedda. O.K., ik ben akkoord.
      Nooro ne. Hier, het geld.

 


8.D. Grammatica

Onderwerpen in deze les:

  1. De ontkennende vorm in de verleden tijd
  2. De ontkennende vorm in de tegenwoordige en toekomende tijd
  3. De ontkennende vorm van het werkwoord "zijn"
  4. Gebruik van "ja" en "nee"
  5. Het voegwoordvoorzetsel “ba
  6. Abada” en “Koyne
  7. Beklemtonende voornaamwoorden
  8. Geld tot 100 frank

8.D.1. De ontkennende vorm in de verleden tijd

De ontkennende vorm in de verleden tijd wordt gemaakt met het partikel "mana". Dit partikel plaats men na het onderwerp (de reguliere plek voor het werkwoordpartikel) ongeacht of er nu wel of geen lijdend voorwerp in de zin staat.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Ay mana bay. Ik wist het niet.
Bi ni mana koy Dosso. Jij ging gisteren niet naar Dosso.
Susobo iri koy isa banda, iri mana koy lokol. Wij gingen deze ochtend naar de andere kant van de rivier, we gingen niet naar school.
Araŋ mana kaa. Jullie kwamen niet.
Araŋ man’ a kaa. Jullie hebben het niet weggehaald.

De uitdrukking "yana" wordt veelal gebruikt in plaats van "ay mana" bij ontkennende antwoorden op vragen of in andere ontkennende zinnen. Deze samentrekking mag alleen bij de eerste persoon enkelvoud.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Yana bay ni ga dira. Ik wist niet dat je wegging.
Ni maa, wala? Yana (maa). Hoorde je 't? Ik (hoorde 't) niet.


8.D.2. De ontkennende vorm in de tegenwoordige en toekomende tijd

De ontkennende vorm in de tegenwoordige en toekomende tijd wordt gemaakt met het partikel "si". Dit partikel komt in de plaats van het partikel "ga". Let op, het moet gaan om een actie die nu plaats vindt en niet om een toestand die het gevolg is van een actie in het verleden. In dat geval dient "mana" te worden toegepast.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A si koy. Hij/Zij gaat niet (zal niet gaan).
Ay si bay! Ik weet het niet!
Iri s’ a neera hunkuna. We verkopen het vandaag niet (We zullen het vandaag niet verkopen).
I si maa. Zij horen niet (Ze zullen niet horen).


Het partikel "manti" wordt gebruikt in ontkennende zinnen (antwoorden of uitroepen) waarin het werkwoord is weggelaten.
 

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Manti sohon! Niet nu!
Manti ne! Niet hier!
Manti nga! Niet hem! (zie paragraaf 8.D.6)

Opmerking:  "manti" kan ook gebruikt worden als de context in de verleden tijd staat. Het tijdsaspect moet uit deze context worden afgeleid.


 

8.D.3. De ontkennende vorm van het werkwoord  "zijn"

Het werkwoord "zijn" heeft in het Djerma vele verschillende vormen zoals we in Les 4.D.3 hebben kunnen zien. De ontkennende vorm wordt soms gemaakt met "si" en andere keren door "manti" te gebruiken.

Om het absolute bestaan uit te drukken wordt in de stellende trap (positief) de vorm "go no" gebruikt (Frans "il y a"). De zin wordt ontkennend gemaakt door dit te vervangen door "si no".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Goroyan si no. Er zijn geen kolanoten.
Ŋwari si no. Er is geen voedsel. ("Voedsel niet zijn")
Buru iyye si no fuwo ra. Er zijn geen zeven broden in het huis.


De vorm "go" wordt gebruikt om aan te geven waar iets zich bevind. Het staat tussen het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde. De ontkennende vorm maakt men door "go" te vervangen door "si".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Tira si tablo boŋ. Het boek is niet op de tafel.
Maman nda Fati si ne. Manan en Fati zijn niet hier.
Hanso si fuwo ra. De hond is niet in het huis.


Indien in de stellende trap de vorm "no"  wordt gebruikt met een naamwoordelijk gezegde (
het Franse "c'est" en "ce sont") of als het naamwoordelijk gezegde een zelfstandig naamwoord is, dan wordt de zin ontkennend gemaakt door "manti" toe te voegen in plaats van "si".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Boradin manti ay baba no. Die persoon is niet mijn vader.
A maa manti Aline. Haar naam is niet Aline.
Manti cimi no! Het is niet waar!
Manti ay no! Ik ben het niet!


Als het onderwerp in de zin gespecificeerd is (hij is, zij zijn, etc.) en niet impliciet aanwezig is dan wordt de vorm "ya .. no" gebruikt in de stellende trap (zie Les 6.D.5). De ontkennende vorm van de zin met "ya ... no" wordt gevormd door "manti" toe te voegen direct na de "ya". Sommige mensen gebruiken een verkorte vorm zonder "ya".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Ay ya manti cawandiko no. Ik ben geen leraar (instructeur).
Ni ya manti Ingilisi boro no. Jij ben geen Engelsman.
Boradin manti butikkoy no. Die persoon is geen winkelier.


Als er een bijvoeglijke bepaling is in de zin (die het onderwerp beschrijft) dan wordt meestal het partikel
"ga" gebruikt om het onderwerp te verbinden met de bijvoeglijke bepaling in plaats van het werkwoord. In de Nederlandse vertaling staat op deze plaats een vervoeging van het werkwoord "zijn". De ontkennende vorm van "ga" is "si".

 

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A si tin. Het is niet zwaar.
Boroyan si no habu. Er is niet (één) iemand op de markt
Haw wo si futu. Deze koe is niet gemeen.

8.D.3. Gebruik van Ja en Nee

Een vraag gesteld in de ontkennende vorm, welke door ons in het Nederlands normaal gesproken met "nee" beantwoorden zou worden als we de vraagsteller gelijk willen geven, wordt in het Djerma vaak met een "ja" beantwoord.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A mana ban, wala? Is het nog niet klaar?
Oho. Ja. (het idee is: "Je hebt gelijk, het is nog niet klaar.")


8.D.4. Het voegwoordvoorzetsel “ba

Het voegwoordvoorzetsel "ba" (zelfs) wordt vaak gebruikt met een werkwoord in de ontkennende vorm.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Hari mana kaa ne ba kayna. Hier is zelfs geen klein beetje regen gevallen.
Ba afo mana kaa ne. Zelfs één kwam hier niet.
Ay mana koy Filingue ba ce fo. Ik ben zelfs niet één keer naar Filingue gegaan.


8.D.5. “Abada” en “Koyne

De woorden "abada" (nooit) en "koyne" (nogmaals) worden, net als "ba", vaak gebruik in de ontkennende zin. Ze betekenen dan "nooit", "nooit meer" of "niet meer".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A si kaa ne abada. Hij zal hier nooit komen. (Hij komt hier nooit.)
A si te koyne. Het lukt niet meer.
A ne nga si goy koyne. Zij zegt dat zij niet langer zal werken.


8.D.6 Beklemtonende voornaamwoorden

De beklemtoonde vorm van het voornaamwoord wordt gebruikt telkens als de nadruk wordt gelegd op het voornaamwoord. Hierbij zijn vier verschillende situaties te onderscheiden:

  1. Bij gebruik van de stellende vorm "no" van het werkwoord "zijn";
  2. Na het gebruik van de onkennende vorm "manti";
  3. Bij het aangeven van een tegenstelling;
  4. Bij de situatie van punt 3 (tegenstelling) kan "wo" gebruikt worden samen met het voornaamwoord om een sterke nadruk op het voornaamwoord te leggen.

Bij het beklemtonen van het voornaamwoord verandert bij de derde persoon enkelvoud en meervoud het voornaamwoord van de korte vorm in de lang vorm (a wordt nga en i wordt ngey). Bij de tweede persoon enkelvoud kan een verandering optreden (van "ni" naar "nin") maar dat hoeft niet. Bij de andere voornaamwoorden treed geen verandering op bij het beklemtonen. 

Voorbeelden
Situatie Djerma Nederlands
1 Nga no. Hij is het.
1 Nin no. Jij bent het.
2 Manti ngey! Niet zij!
2 Manti nin! Niet jij!
3 Nga kaa, amma a izey mana kaa. Hij kwam, maar zijn kinderen (kwamen) niet.
4 Ay wo ci hayey kan a di ay Baba do; araŋ mo  go no ga te hayey kan araŋ maa araŋ baba do. (Johannes 8:38). Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.
(Johannes 8:38)


8.D.7 Geld tot 100 frank

Het tellen van geld in het Djerma is gebaseerd op het 5-frankstuk. Voor een Djerma iemand is dit niet 'vijf' van iets, het is gewoon 'één', 1 dela. In plaats van dela gebruikt men ook wel de term
dala.

Men mag misschien wel gehoord hebben van de 'frank', maar voor hen is het net zo min een munteenheid als de duit dat is voor u. Als zij naar een 25-frankstuk kijken dan denken zij 'vijf'. Zien zij een 100-frankbiljet dan denken zij 'twintig'. Heel lang geleden waren er 5-frankbiljetten en daarom zijn er misschien nog mensen die een biljet kennen voor deze eenheid en daarom "katibi" hiervoor gebruiken. Het 5-frankstuk is al heel lang de kleinste eenheid. Heel vroeger waren er wel kleinere eenheden, maar alleen zeer oude mensen zullen die zich herinneren. Overigens werden deze munten ook geen franken genoemd.

Geld tot 100 franken
Djerma Nederlands Djerma Nederlands
dela fo 5 frank dela way 50 frank
dela hinka 10 frank dela way cindi taci 70 frank
dela hinza 15 frank dela way cindi iddu 80 frank
dela taci 20 frank (dela) waranka hinka si 90 frank
dela gu 25 frank (dela) waranka af si 95 frank
dela iddu 30 frank (dela) waranka 100 frank

In de begroetingen (paragraaf 8.C) is al aangegeven hoe u moet vragen hoeveel iets kost. Hieronder staan nog enkele voorbeeldzinnen.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
I na fej’ize iddu neera. Zij verkochten zes lammeren.
Marge no? Waranka-waranka. Voor hoeveel? 100 frank per stuk.
Marge no lemu beri? Iddu dela gu. Hoeveel kosten de sinaasappelen? Zes voor 25 frank.
Ay day dela ahaku gunguri habu susub’o. Ik kocht deze ochtend voor 8 dela’s eieren op de markt.

Merk op dat net als in het Nederlands de vraag "hoeveel" zowel op geld als op aantallen betrekking kan hebben, zoals te zien is in de tabel hieronder.
 

Voorbeelden
Djerma Nederlands

Marge no araŋ n’ a day?

Voor hoeveel (geld) heb jij het gekocht?
Marge no araŋ day? Hoeveel (aantal) heb je gekocht?
Lemu marge no araŋ day? Hoeveel sinaasappels heb je gekocht?


Laatst herzien: 08 februari 2012