Les 4. Han fo.


Inhoud
  1. Intro
  2. Woordenlijsten
  3. Begroetingen
  4. Grammatica
  5. Oefeningen

 




4.A. Intro

"Han fo", een dag, laat u de belangrijkste delen van de dag zien die door de Djerma worden onderscheiden. In totaal zijn er negen perioden.
Ga met de cursor naar het plaatje. Klik met de linker muisknop en kijk naar een animatie in een popup.

Start de animatie 'delen van de dag'

De meeste begroetingen waarmee het begroetingsritueel begint, zijn gerelateerd aan het moment van de dag. In onderstaande tabel zijn de begroetingen vermeld voor de verschillende momenten van de dag. De namen van sommige dagdelen zijn eveneens gerelateerd aan de naam van het gebed dat op dat moment gebeden wordt.

Dagdeel en begroeting
Djerma alfazar adduha weete zaari alula wiciri hire
almari &
cini
Neder-lands dagen-raad, zons-opgang vroege ochtend, zons-opgang tot 10:00 tweede deel van de ochtend, 10:00 tot 11:30 middag begin van de middag, 12:30 tot 16:30 tweede deel van de middag tot zons-onder-gang na zons-onder-gang tot het avond-eten Na donker worden tot bed tijd nacht
Be-groeting* kani kani weete foy foy wiciri hire almare .
Gebed alfazar bij zons-opkomst adduha 9:00 tot 10:00 weete 10:00 tot 12:00 . alula 14:30 tot 15:00 alasari 16:30 tot 17:00 . almari
20:30 tot 21:00
.

    * De begroetingen kunnen worden gevormd met het werkwoord vermeld in de tabel,
    bijvoorbeeld "Ni weete baani?". Het vermelde werkwoord betekent meestal 'het doorbrengen van het aangegeven deel van de dag'. Uitzonderingen zijn "kani" (rusten) dat verwijst naar de voorafgaande nacht, en "foy" (de dag doorbrengen) welk verwijst naar de hele dag.

    ** Formele, huidige, gebedstijden wijken af van die hierboven gegeven (zie hier)

    nr Arabische naam Nederlands tijdstip
    1 Fajr ochtend Tussen het eerste begin van het licht worden en zonsopkomst
    2 Shurooq zonopkomst Op het moment van zonsopkomst, het moment dat de bovenkant van deschijf van de zon verschijnt boven de horizon. Dit markeert het eind van de de tijd voor het Fajr (ochtend) gebed.
    3 Dhuhr middag Tussen de daling van de zon en Asr (als de schaduw soms twee keer zolang is als het object)
    4 Asr laat in de middag Direct na het einde van Dhuhr tot (juist voor) de zonsondergang.
    5 Maghrib avond Vlak na zonsondergang tot het verdwijnen van de schemering.
    6 Isha nacht Na het verdwijnen van de schemering tot aan middernacht.

    & "almari kambu" betekent schemering


 


4.B. Woordenlijsten
  1. Werkwoorden
  2. Zelfstandige naamwoorden
  3. Bijwoorden, voorzetsels, etc.

Open de Uitspraakgids in een nieuw venster

Leer de onderstaande woorden uit het hoofd.

Extra
Ga met muis naar een onderstreept woord en u ziet een zin waarin het woord gebruikt wordt.
Klik nu op de linker muisknop en u ziet een foto in een popup.
Als u met de muis op de foto gaat staan, ziet u de vertaling van de zin.



4.B.1 Werkwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
hire doorbrengen van de vroege avond (gebruikt in begroetingen) hî/ re
almare doorbrengen van de late avond (gebruikt in begroetingen) al/ mâ/ re
goy werken goy
kande # brengen, meebrengen (letterlijk: komen met) kan/ de
ŋwa eten nwa
faham # begrijpen, bevatten (zet meestal "nda" voor het voorwerp dat na het werkwoord komt) fa/ ham
haw (vast)binden, vastmaken hàw

    Opmerking: # geeft werkwoorden aan waarbij het lijdend voorwerp na het werkwoord komt, zie Les 2.C.1 & 3.D.5

    Terug



4.B.2 Zelfstandige naamwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
habu, habo markt, week hà/ bu
hab'ize, hab'izo handelaar, klein geschenk van de markt, marktwaar (spullen gekocht op de markt) hàb/ i ze
ize, izo vrucht, kroost, zaad, kind (als nakomeling) i/ ze
goy, goyo werk goy; go/ yo
jiney bezittingen, bagage, dingen (verzamelnaam) ji/ ney
dari, daro bed, frame van bed / ro
boro, bora persoon, mens, individu bo /
boro fo iemand, een bepaald persoon bo/ ro/ fo
tasa (F) schaal, meestal van geėmailleerd tin ta/ sa
feji, fejo schaap / ji
tabal, tablo (F) tafel / bal
kubay, kubayo duisternis ku/ bey; ku/ be/ yo
ŋwari, ŋwaro voedsel, levensmiddel ŋwâ/ ri
safari, safaro medicijn, fetisj, amulet fa/ ri
susubey, susuba ochtend su/ su/ bey
Terug


4.B.3 Bijwoorden, voorzetsels, etc.
Djerma Nederlands Uitspraak
suba (bijwoord) morgen (in de zin van volgende dag) su/
suba susubey, suba susba (bijwoord) morgenochtend bi
subasi (bijwoord) overmorgen, of een andere dag in de nabije toekomst, niet al te ver weg su ba si
alula (bijwoord) 14:30 tot 15:00 gebedstijd a lu/ la
alasar, alasaro (bijwoord) 16:30 tot 17:00 gebedstijd a / sar
wiciri, wiciro (bijwoord) late namiddag tot zonsondergang, alleen vandaag wi ci/ ri
wiciri kambu, wiciri kambo (bijwoord) late namiddag tot zonsondergang, elke dag wi ci ri kam bu
almari, almaro (bijwoord) 20:30 tot 21:00 gebedstijd, ook de avond na donker worden tot aan bedtijd. al / ri
kuna (voorzetsel) binnenste, binnenin (gebruik spaarzaam) ku na
ra (voorzetsel) in ra/
do (voorzetsel, soms zelfstandig naamwoord) bij, "chez" (Frans), door middel van do
cire (voorzetsel) onder, er onder, beneden ci/ re
za (voorzetsel of voegwoord) sinds (staat in het algemeen voor het voorwerp) za
bori (bijvoeglijk naamwoord) goed, er goed uitziend, aardig (altijd als gezegde, nooit bijvoeglijk bepaling)
Opmerking: betekent ook mooi
bo/ ri
Terug

 




4.C. Begroetingen (foyan)

Zoals in de eerdere lessen is aangegeven, is het tijdstip en de context van belang bij de begroeting.
In Les 1 leerde u één persoon te groeten, in Les 3 meerdere personen. Ook leerde u daar afscheid nemen. In deze les leert u iemand begroeten die aan het werk is. Ook leert u iemand bedanken en uw excuses maken.

Bij het onderdeel begroetingen worden grammaticale vormen gebruikt, die nog niet in de grammatica van deze les behandeld worden. Laat u hierdoor echter niet afschrikken.

  1. Van iemand die aan het werk is:

    Groet:
    Fonda goy (groeten aan het werk, 'goed werk')

    Antwoord:

    Ngoyya (door iedereen)
    Ngway (alleen door man of jongen)

  2. Om iemand te bedanken:

    Groet:

    Fonda goy.
    Fofo.

    Antwoord:

    Ngoyya (door iedereen)
    Ngway (alleen door man of jongen)

    Opmerking:
    We herinnerring u aan dat dat begroetingen die beginnen met "fo" of "fonda hebben als antwoord altijd "ngoyya".

  3. Excuses maken of vragen om excuses:

    Excuus:

    Alha han (mild) (Sorry. Neem me niet kwalijk.)
    Alha kuna (serieuzer) (Het spijt me.)

    Antwoord:
    Alhasi (Het is goed.)

    Opmerking:
    De woorden tussen haakjes zijn geen letterlijke vertaling, maar geven een vergelijkbare uitdrukking in het Nederlands. De Djerma gebruiken deze Arabische woorden om excuses te maken voor een onbedoelde onbeleefdheid. De precieze vertaling is ons onbekend.
 


4.D. Grammatica

Onderwerpen in deze les:

  1. Het bezittelijk naamwoord
  2. De voorzetsels
  3. Het werkwoord "zijn", verleden en heden
  4. De zinsbouw (vervolg)


4.D.1. Het bezit en bezittelijk voornaamwoord

Algemene regel

De algemene regel voor het aanduiden van bezit is dat de naam van de bezitter geplaatst wordt voor het ding dat bezeten wordt.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Niamey habu Niameys markt
fu borey 'thuis mensen', familie, gezin
Alzuma kwaara Alzuma's dorp
Malam kwaara 'kraal van de onderwijzers / priesters'

Zoals uit de voorbeelden blijkt is de Djerma formulering soms beter te vertalen in het Nederlands met de formulering "de ___ van ___" ; bijvoorbeeld "Niamey habu" kan ook vertaald worden met "de markt van Niamey". Hoewel in het Nederlands beide wijze van formuleren goed zijn, mag het in het Djerma alleen op de boven aangegeven wijze.

Het bezittelijk voornaamwoord

De bezittelijke voornaamwoorden zijn hetzelfde als de persoonlijke voornaamwoorden. Door deze voor het zelfstandig naamwoord te plaatsen worden ze 'bezittelijk'. Het zelfstandig naamwoord heeft dan vaak de bepaalde uitgang ("o" of "a" in het enkelvoud, en "ey" in meervoud; zie respectievelijk de lessen 1.D.2 en 1.D.3).

Voorbeelden
Djerma Nederlands Djerma Nederlands
ay bariyo mijn paard i bariyey & hun paarden
iri fuwo ons huis (thuis) a goyo & zijn werk
araŋ tasey jullie schalen a haro & zijn water

    & Deze korte vormen van het voornaamwoord derde persoon enkelvoud en meervoud "a" and "i", worden altijd gebruikt voor het bezittelijk voornaamwoord. De uitzonderingsregel, waarbij de lange vormen "nga" en "ngey" worden gebruikt, wordt hieronder behandeld.

Gebruik van de "nga" en "ngey"

Als er twee voornaamwoorden van de derde persoon in één zinsdeel voorkomen, die beide naar dezelfde persoon of hetzelfde ding verwijzen, waarbij de ene het onderwerp is en de andere een wederkerende toepassing heeft, dan wordt voor de tweede de langere vorm gebruikt. Het maakt dan niet uit of dit voornaamwoord bezittelijk is of niet.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A na nga daro neera. Hij verkocht zijn (eigen) bed.
I kande ngey bariyey. Zij brachten hun (eigen) paarden.
A ne nga ga koy fu. Hij zei hij zal naar huis gaan.

Deze regel geldt ook als het onderwerp een zelfstandig naamwoord is.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Zanka ne nga ga koy fu. Het kind zei hij zal naar huis gaan.

Echter, als de eerste van de twee "derde persoon voornaamwoorden", die naar dezelfde persoon of hetzelfde ding verwijzen, gebruikt wordt als bezittelijk voornaamwoord (niet het onderwerp), dan is deze regel niet van toepassing.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
A wando ga koy a do. Zijn vrouw zal naar hem toegaan.
A izo n'a fo. Haar kind groette haar.



4.D.2. Voorzetsels

Het voorzetsel wordt in het algemeen na het voorwerp geplaatst waarop het betrekking heeft. Feitelijk zijn voorzetsels dus "nazetsels". Er zijn enkele uitzondering, zoals "za" en "nda" en nog enkele andere, die een dubbel gebruik hebben. Deze uitzonderingen komen voor hun voorwerp. Deze uitzonderingen worden soms ook als voegwoord gebruikt.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
fuwo ra in het huis
tasa ra in de schaal
boro kuna in de mens
A koy fu za bi. Hij ging (was) naar huis (gegaan) sinds gisteren.
Iri ma kani da gomni! Mogen we rusten met voorspoed!



4.D.3. Het werkwoord "zijn" , verleden en heden.

Het werkwoord "zijn" wordt met twee woorden uitgedrukt in het Djerma met "go no" of met "si no".
"go no" is de positieve vorm en "si no" is de negatieve vorm (zie ook Les 8.D.3). De tijd van het werkwoord komt tot uitdrukking via de context. De woorden, "go" en "no", mogen zowel tezamen als apart gebruikt worden. De verschillende vormen worden hieronder besproken.

  • "go no" om het absolute bestaan tot uitdrukking te brengen, het lijkt sterk of het Franse "il y a".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Hunkuna kubay go no Het is donker vandaag (Letterlijk: Duisternis is vandaag.)
Bi ŋwari go no. Gisteren was er voedsel. (Letterlijk: Gisteren voedsel was)

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Jiney go daro cire. De bagage is onder het bed.
Hanso go fuwo ra. De hond is in het huis.
Tasey go tablo boŋ. De schalen zijn op de tafel.

      Opmerking:
      Als men "go no" had gebruikt in een van de boven gegeven voorbeelden, dan zou de betekenis zijn: "Er is (Er zijn) ... ", maar in dat geval zou het onderwerp onbepaald zijn en niet bepaald kunnen zijn.

  • "no" met een naamwoordelijk gezegde is vergelijkbaar met het Franse "c'est" en "ce sont". Er is geen onderwerp nodig als het duidelijk is dat het de derde persoon betreft. Indien het onderwerp van dit werkwoord "no" wel aanwezig is, dan is er een speciaal partikel. Dit zal behandeld worden in Les 6.D.5. De hier besproken vorm van het werkwoord "zijn" wordt vaak aan het eind van een zin gezet om meer nadruk te leggen.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Safari no ay kande. Het is medicijn (dat) ik bracht.
Ni do no ay koy. Het was naar jou (dat) ik ging
A tasa no. Het is zijn schaal
Zanka no. Zij is een kind. / Hij is een kind.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Ay no. Ik ben het.
Ni no Jij bent het.
Nga no, wala? Is zij het?
Oho, ngey no go fuwa ra. Ja, zij zijn het (die) in het huis zijn.
*Ay no g' a te. Ik ben het (die) het zal doen.

  • Uitzonderingen: Als er een bijvoeglijke bepaling is in de zin (die het onderwerp beschrijft) dan wordt meestal het partikel "ga" gebruikt om het onderwerp te verbinden met de bijvoeglijke bepaling in plaats van het werkwoord. Om meer nadruk te leggen "no" kan worden toegevoegd na het bijvoeglijk naamwoord.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Bi habo ga beri. De markt van gisteren was groot.
Bi habo ga beri no. Het is de markt van gisteren die groot was.
A ga bori. Zij is mooi.
A ga bori no. Zij is het die mooi is.



4.D.4. Zinsbouw (vervolg)
  1. bezittelijke voornaamwoord, met eigenaar in het onderwerp
    Voorbeelden
    taal
    bezitter
    hetgeen in bezit is
    bepaling
    Djerma
    Ay
    izo
    zuru fuwo ra.
    Nederlands
    Mijn
    kind
    rende het huis in.

  2. Bezittelijk voornaamwoord, met eigenaar in lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp, regelmatige werkwoorden
    Voorbeelden
    taal
    onderwerp
    partikel
    bezitter
    hetgeen in bezit is
    werkwoord
    Djerma
    Zankey
    na
    araŋ
    hanso
    kar
    Nederlands#
    De kinderen
    (onovergankelijk)
    jullie
    hond
    sloegen

    # De kinderen sloegen jullie hond.

  3. Bezittelijk naamwoord, met eigenaar in lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp, speciale werkwoorden
    Voorbeelden
    taal
    onderwerp
    partikel
    werkwoord
    bezitter
    hetgeen in bezit is
    Djerma
    Iri
    (indien nodig)
    di
    ni
    fu borey.
    Nederlands
    Wij
    (onovergankelijk)
    zagen
    jouw
    familie.

  4. Absolute zijn
    Voorbeelden
    taal
    tijdelement (eventueel)
    voorwerp
    "go no"
    Djerma
    Bi
    hansi
    go no
    Nederlands#
    Gisteren
    een hond
    is

    # Gisteren was er een hond.

  5. "Zijn" en plaatsbepaling
    Voorbeelden
    taal
    onderwerp
    "go"
    plaats
    voorzetsel
    Djerma
    Ni hanso
    go
    daro
    ciri
    Nederlands#
    Jouw hond
    is
    het bed
    onder

    # Jouw hond is onder het bed.

  6. "Zijn" met een naamwoordelijk gezegde.
    Voorbeelden
    taal
    naamwoordelijk gezegde (nooit bepaald)
    "no"
    Djerma
    Hansi
    no
    Nederlands#
    Een hond
    het is.

    # Het is een hond

  7. Bijvoeglijke bepaling na "zijn"
    Voorbeelden
    taal
    onderwerp
    "ga"
    bijvoeglijke bepaling van het voorwerp
    Djerma
    Ni hanso
    ga
    bori
    Nederlands
    Jouw hond
    is
    mooi / aardig
 


Laatst herzien: zondag 18 maart 2012