Les 13.
Borey nda dabbey marksina

Inhoud
  1. Intro
  2. Woordenlijsten
  3. Handige idiomatische tips
  4. Grammatica
  5. Oefeningen

 



13.A. Intro

Hoewel er groter verschillen zijn tussen mens en dier, zijn er zeker ook overeenkomsten. De volgende tekst verhaald over deze gelijkenissen.

Voordat u begint met het lezen van onderstaande tekst, raden wij u aan eerst de Djerma namen van de lichaamdelen te bestuderen (zie Les 10). Probeer vervolgens de tekst te lezen en de vragen te beantwoorden. U hoeft niet alles te begrijpen om de vragen te kunnen beantwoorden. Ga pas na het beantwoorden van de vragen de  vertaling lezen. 

Borey nda dabbey marksina

Hayey kaŋ borey ŋgey nd' dabbey
margan cere ra, i jina, no te dabbe,
a gonda ham, a gonda kuri,
a gonda biri, a gonda kuuru,
a gonda way, a gonda aru,
a ga ŋwa, a ga haŋ, a ga jirbi.
Hala a du izey, izo ga naanu,
i ga ye-ganda, i ga hari mun.
I ga hiiji ce ga,
borey wone cine, ku ŋgey izey hay.
I ga dira, i ga zuru, i ga kaŋ,
i ga tukey ŋgey boŋ gaa koyne.
I gonda boŋ, londo goy, i wone boŋey ra.
I gonda hanga, i gonda hinji, i gonda teli.
I ga fulanzam, i gonda niisi.

farkey = donkey [they have a head, brains function in their skulls]

I gonda boŋ, londo goy, i wone boŋey ra

Er zijn niet alleen veel overeenkomsten tussen mens en dier, maar dieren zijn ook in staat de mens, al dan niet bewust, te helpen. Een voorbeeld is de vogeltrek. Vogels reizen soms zeer lange afstanden om te overwinteren. Het komen en gaan van deze dieren is een soort klok van de seizoenen, die kan helpen bij het bepalen van het juiste moment van zaaien.

To! Wone kulu, hayyaŋ no kaŋ ga cabe, kaŋ corotarey bambata, marksiney bambata,
a go borey ngey nda almaney game ra.

Araŋ go ga di, waliyey kaŋ fatkoyey no, kaŋ boro kulu si bay nangu gaa i ga fun, naney bambata kaŋ furo ngey nda Kaadey game ra.

Watikulu, hala hayno kaa ka to, kala ni ma kaa ka garu, i kaa ka zumbu windo kaŋ i ga bay din da. Kaa ka ngey fuwey cina, kaa ku ngey izey hay, kala i mu ngey wone wato te, kala watikan se kaydiya ban, ni ma kaa ka garu, i go ga ye. Boro kulu si i wone izey kaa, boro kulu si wi. Kala bin dey hawo n’ i doori, i ma i sambu ka ye bene koyne.

Wone naney bambata no.
Zama borey go ga di, watikulu kaŋ se no, i di waliyey kaa, i ga bay, dey kaŋ, sohoŋ, boro kulu hima a ma kay ŋga boŋ gaa, ku ŋga goyo soolu, ni ma kay ni boŋ gaa ga kay ka goy, zama kaydiya a maan. Danga labari nokoy no. Wodin se, ŋgey mo, a ga hima corotarey bambata ka bara ŋgey nda Kaadey game ra.

nkaago = Balearica pavonina [black crowned-crane]

Kala watikan se kaydiya ban,
ni ma kaa ka garu, i go ga ye

Bron: Ducroz and Charles (1982)

Vragen om uit leesvaardigheid te testen

  1. Ci hay hinka ay se kaŋ borey ŋgey nd' almaney margan cere ra.
  2. Watifo no waliyey ga kaa ka zumbu?

Antwoorden

  1. xxx
  2. xxx
 

13.B. Woordenlijsten
  1. Werkwoorden
  2. Zelfstandige naamwoorden
  3. Bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, etc.

Open de Uitspraakgids in een nieuw venster

Leer de onderstaande woorden uit het hoofd.

Extra
Ga met muis naar een onderstreept woord en u ziet een zin waarin het woord gebruikt wordt.
Klik nu op de linker muisknop en u ziet een foto in een pop-up.
Als u met de muis op de foto gaat staan, ziet u de vertaling van de zin.


13.B.1 Werkwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
kay stoppen [beweging]; stilstaan, blijven staan; rechtop zijn en op de plaats blijvend k ay
naŋ laten staan, alleen laten, vertrekken; beëïndigen, ophouden, stoppen naŋ
cetu weggooien; werpen, slingeren ce / tu
furu wegdoen, weggooien, afstaan, zich ontdoen van, opgooien fu / ru
fo [ho] *1 jagen []
hay schieten [met wapen: boog, geweer, speer], richten op; slaan met [groot voorwerp gericht op] ha y
beytu [beytu te] *1 lofzang zingen bey / tu
don [doni te] *1 zingen [elk liedje] dôn
hasara
[sara, te hasara] *1
bederven, rotten  [onovergankelijk]; beschadigen, laten mislukken, vergallen, verwennen; verspillen, vermorsen [overgankelijk] ha sa / ra
dooru voorzichtig of langzaam inschenken, uitgieten; uitputten, legen; druppelen doo / ru
farhan verheugen, verblijven fàr han [nasal]
te dama beter worden, in waarde toenemen te ma
du dama een kans krijgen, een (geschikte) gelegenheid hebben du da/ ma
ba overvloedig, talrijk, een heleboel zijn
fulanzam rusten, vakantie nemen; ademhalen, inademen fu lan / zam

*1 [...] = synonym

Terug


13.B.2 Zelfstandig naamwoorden
Djerma Nederlands Uitspraak
wa melk
farhan vreugde, blijdschap fàr / han
fufule, furfula vochtigheid, hitte; heet weer fu fu le
yeni, yeno kou, koud [vochtig, niet droog] yê ni
gawey jacht (voor beroep) gà wey
malafa [malfa] geweer ma / la fa
foyan [hoyan] jacht fô yan
gabi, gabo sterkte, kracht bi
tuuri, tuuro hout; boom; plant tu / ri
beytu, beyto hymne, lofzang (religieus) bey / tu
doni, dono lied / ni
sandurku, sandorko houten box, krat san dur / ku
bine sare, bine sara leed, smart bi ne  / re
wayno, wayna zon way / no
coro, cora goede vriend co / ro
dama [H] verwijs naar gezondheid en tijd
[zie Handige idiomatische tips]
dâ ma [H]
bankaarey kleding, kledij ban / ka rey
hargu, hargo koud weer of seizoen; kou [droog, niet vochtig] har / gu
Alfazar, Alfazaro dageraad, zonsopgang; oproep tot het eerste gebed al fa zar
baru, baro
[H: labari, labaro]
nieuws, informatie, verhaal, historisch verhaal ba ru
hasaraw ruïne, jammerlijke resten; bedorven waar ha sa raw

Terug


13.B.3 Bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, etc.
Djerma Nederlands Uitspraak
zen, zeno, zena * (bijv.nmw) oud zênzên o
moru, moro (bijv.nmw) uur / ru, mo / ro
gani, gani, gano * (bijv.nmw) vers, ongekookt, rauw ga / ni
koroŋ (predicatief bijv.nmw) heet, warm kor /
dungu, dunguruo (bijv.nmw) kort; heet dun / gu
dun
/ gu ru o
yey, yeni, yeno * (bijv.nmw) koud, koel; genezen; koelte reumatisch yey
bambata, bambata
(geen predicatief bijv.nmw)
zeer groot, zeer omvangrijk, reusachtig bam ba / ta
gumo (bijv.nmw) heel, heel veel gu / mo
tarey (bijwoord) buiten, open ta ray
sabbese (voegwoord) vanwege, wegens sab be / se

(*) opmerking:
De drie vormen van het bijvoeglijk naamwoord zijn telkens gegeven: predicatieve vorm, de attributieve onbepaald enkelvoud vorm en als attributieve bepaald enkelvoud vorm 5.D.2.

Terug

 



 
13.C Handige idiomatische tips

De volgende drie onderwerpen komen aan de orde:

 

 

Dama (Les 13: verwijst naar gezondheid en tijd)

Enkele voorbeelden van het gebruik van dama zijn opgenomen in de volgende tabel.

Voorbeelden

Djerma

Nederlands
Ay te dama*1. Ik ben beter (na ziekte).
Ay mana te dama*1. Ik ben niet beter.
Ay sinda dama kan ga hay fo te. Ik heb geen tijd om iets te doen.
Ik heb geen gelegenheid om iets te doen.
Het komt me niet uit om iets te doen.
Dama s' ay se. Ik heb geen tijd.
Ik ben te druk.
Ay du dama (...). Ik kreeg een kans/mogelijkheid (om ...)

*1 zie "te" voor de toelichting op het gebruik van dit werkwoord.

Terug

 

Te (Les 3: maken, doen, gebeuren)

Het Djerma werkwoord "te" wordt tevens gebruikt in de betekenis van "worden" en "voldoen". Het gebruik van "te" in deze betekenissen wordt geïllustreerd in ondertaande tabel.

a
Voorbeelden

Djerma

Nederlands
worden
Ay ga te dama. Ik zal beter worden (genezen).
Ay te dama. Ik ben beter (genezen) (geworden).
Ni te beri. Jij bent groot geworden.
voldoen / voldoende zijn / geschikt zijn
Sini afollon ga te boro kulu se. Een enkel scheermes voor alle personen voldoet (is voldoende).
Lemu beri bobo si no, amma lemu ga te iri se. Er zijn niet veel sinaasappels, maar limoenen zijn geschikt voor ons.

Terug

 

Don - beytu (Les 13: zingen)
 

Het woord don wordt ook wel geschreven als doon (en doni als dooni), terwijl beytu soms geschreven wordt als baytu.

Wanneer men spreekt over het zingen van een hymne of een religieuze lofzang is het gebruikt van beytu in het Djerma beter dan dat van don of te doni. Beide woorden (beytu and don) worden zowel gebruikt als werkwoord en als zelfstandig naamwoord, zie onderstaande voorbeelden uit de Bijbel in het Djerma.

Djerma
[spelling zoals gebruikt in visionneuse.free.fr]
Nederlands
I m'a doon da moolo beeri karyaŋ. [PSA, 4;1] Zingen begeleid door snaarinstrumenten.
Dawda hẽeno kaŋ a te baytu Rabbi se, Benyamin bora Kus boŋ. [PSA 7;1] Klaagliederen van David die hij zong voor de Heer met betrekking tot wat Koch van Benjaminit had gezegd.

Terug

 

Terug naar het begin van de les


13.D. Grammatica

Onderwerpen in deze les:

  1. Het voorvoegsel "i" bij bijvoeglijke naamwoorden
  2. Het wederkerig voornaamwoord 
  3. Uitdrukkingen over het weer en het klimaat 

13.D.1 Het voorvoegsel "i" bij bijvoeglijke naamwoorden

Het voorvoegsel "i" wordt toegepast bij bijvoeglijke naamwoorden in het geval dat we de predicatie vorm van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken samen met het werkwoord "no" (zijn) of als we het bijvoeglijk naamwoord de functie van een voornaamwoord willen geven.

Als predicatief bijvoeglijk naamwoord met het werkwoord "no"

In een eerdere les hebben we gezien hoe de predicatieve vorm van het bijvoeglijk naamwoord wordt gevormd, met het partikel "ga" tussen het onderwerp en het bijvoeglijk naamwoord (zie Les 5.D.2). Precies dezelfde betekenis wordt verkregen door het voorvoegsel  "i  te koppelen aan het bijvoeglijk naamwoord dat direct na een zelfstandig naamwoord staat en "no" aan het eind van het zinsdeel. Dit kan ook toegepast worden bij bijvoeglijke naamwoorden die niet in combinatie met "ga" kunnen worden gebruikt.

Voorbeelden

Djerma

Nederlands
Moto bambata kaa. Een grote vrachtauto kwam.
Moto ibambata no. 1 Het is een grote vracht auto.
De vracht auto is groot.
Boro bobo go no. Er zijn veel mensen.
Ibobo no Het zijn er veel.
Fu kayna kan a ra iri go, a si bori. Het kleine huis waar we in zijn, het is niet mooi.
Fuwo kan a ra iri go, ikanyna no. Het huis waar we in zijn, het is klein.
Dari dunguriya go tarey. Het korte bed staat (is) buiten.
Daro kan ay day bi, idunguriyo no. Het bed dat ik gisteren heb gekocht, het is kort.
Daro ga dunguriyo. Het bed is kort.
Daro idunguriyo no. Het bed is kort.

1 "Moto ga bambata" in onjuist, "bambata" heeft geen predicatieve vorm. 

Als voornaamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord met het voorvoegsel "i" heeft de functie van een voornaamwoord wanneer het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst (antecedent) duidelijk is uit de context. De betekenis is dan "de/een + bijvoeglijk naamwoord". Het kan de onbepaald enkelvoudige vorm hebben met de toevoeging van "fo", de onbepaald meervoud vorm en beide bepaalde vormen, alsook samengaan met de aanwijzend achtervoegsels "din" of "dini".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Kande ay fula. Icira kan go ni jerga. Breng mijn hoed, de rode die naast je is.
Ay mana di a, amma ibogu fo go tablo boŋ. Ik zie hem niet, maar op de tafel is een blauwe.
Ni di dungurey kan i ga neera habo ra, wala? Ikukueydini ga bisa cindey. Heb je de bonen gezien die zij op de markt verkopen? Die lange zijn beter dan die andere.
Borey dumi bobo go no ndunya ra; ikukuyan nd' idunguriyan; ihannoyan nd' ifutuyan; ibiyan nd' i kwaarayan. Er zijn veel soorten mensen op de wereld, lange en korte, goede en slechte, zwarte en witte.

Terug


13.D.2. Het wederkerig voornaamwoord

In het Nederlands geeft het wederkerig voornaamwoord in een zin aan dat er sprake is van een wederkerige relatie. Naast "elkaar" zijn er nog enkele andere vormen die dezelfde betekenis hebben, dit zijn "elkander" en "mekaar". In het Djerma is er ook maar één woord "cere" dat op dezelfde manier functioneert. Het wordt alleen gebruikt met de meervoudsvorm van de persoonlijke voornaamwoorden en de voorzetsels voor het refereren zijn "nda" (met), "se" (voor, tegen, onder), "banda" (na, met) en "ra" (in, met).

Opmerking: de combinaties nda cere  en cere banda, in de betekenis van "met elkaar" kunnen ook vertaald worden met "onderling" dan wel "samen".

Voorbeelden
Djerma Nederlands
I si ba ngey nda cere.
I si ba cere.
Zij mogen elkaar niet.
Iri ga ba cere. Wij houden van mekaar.
I na  nooru fay ngey nda cere. Zij verdelen het geld met elkaar. *1
Zij verdelen het geld onderling.
Araŋ doonu cere se, wala? Hebben jullie voor elkaar gezongen?
Iri ga salan cere se. Wij zullen met elkaar praten.
Iri ga salan ir nda cere game ra. Wij praten onder elkaar.
Iri te farhan nda cere. We verheugen ons met elkaar.
We verheugen ons samen
I go ga cere kar. Zij waren/zijn elkaar aan het slaan.
I ne cere se; wodin si bori. Zij zeiden tegen elkaar, dat is niet goed.
Iri ma koy cere banda. Laat ons met elkaar gaan.
Laat ons samen gaan.
Iri ga goy cere banda. Wij werken met elkaar.
Wij werken samen.
Hayey kaŋ borey ŋgey nd' almaney margan cere ra? Wat hebben mens en dier met elkaar gemeenschappelijk?

*1 Indien een zelfstandig naamwoord een algemene strekking heeft, dan wordt in het Djerma de onbepaalde vorm gebruikt.

De woordcombinatie "cere banda" wordt soms als een woord geschreven ("cerebanda"), soms wordt de laatste "a" geschreven en uitgesproken als een "e" (cere bande, cerebande). Ook komt men in geschreven teksten de schrijfwijze "care banda" tegen (zie Les 9)

Terug


 
13.D.3. Uitdrukking over het weer en het klimaat

In de onderstaande tabel is een opsomming gegeven van uitdrukking die in gesprekken over het weer goed van pas kunnen komen.

Voorbeelden
Djerma Nederlands
Hargu te. Het is koud geworden.
Wayna ga koroŋ De zon is heet.
Het is heet.
Wayna kaŋ. De zon is onder gegaan.
Fufule go no. Het is broeierig heet.
Fufule te. Het is heet en vochtige geworden.
Yeni te. Het is koel geworden.
Bene hari kaŋ. Het heeft geregend.
Bene hari kaa. Het heeft geregend.
Hari kaa. Het regent.
Hari ko. Het is gestopt met regenen.
Bene ga hanan. De lucht is helder (er zijn geen wolken).
Bene ga say. Het wolkendek breekt open.
Bene ga hirri. De wolken pakken zich tezamen.
A go no ga dundu. Het rommelt in de lucht. (onweer, d.w.z. het gedonder, niet de donder bij de bliksemflits)
Wayna fun. De zon is opgekomen.
Bene ga sibi. De lucht is donker van de regenwolken.

 

Terug

 
 


Laatst herzien: 07 februari 2012